12 mei 2022

Mobiliteit

Op een ecologische manier verplaatsen

 

VISIETEKST

We verplaatsen ons allemaal constant en op verschillende manieren: te voet, met de fiets of de auto, met de bus, de trein of de tram of zelf met het vliegtuig. Voor Jong Groen is het belangrijk om te investeren en in te zetten op de meest ecologische manieren van verplaatsen. De trein, de tram en de bus moeten voor ons dan ook speciale aandacht krijgen en moeten de meest toegankelijke en democratische manier van verplaatsen zijn. Daarom pleiten we met Jong Groen bv. voor een invoeren van één openbare vervoerskaart voor al deze vervoersmaatschappijen. Maar daar stopt het niet, ze moeten ook breder worden uitgerold zodat er ook meer treinen in het weekend rijden maar ook ’s avonds en op momenten waarvan geweten is dat die een groter verkeer veroorzaken (zoals bv. de kotstudenten-spitsuren).

Alhoewel we dus 100% willen inzetten op deze manieren van verplaatsen hebben we de auto nog steeds in het oog. Voor ons moeten de prijzen voor rijlessen bv. naar omlaag en willen we autodeelprojecten in alle gemeenten met meer dan 10.000 inwoners. We proberen deze echter wel uit het centrum te houden en investeren bv. in parkings aan de rand van gemeenten en steden wat zorgt voor meer open ruimte in de wijken. Daardoor kunnen we ook in de centra de zachte weggebruikers centraal stellen. De gemeenten en steden moeten volgens ons immers op hun maat worden ingericht met autoluwe straten en fietssnelwegen die worden gecreëerd.

We kijken ook naar het breder plaatje en naar het reizen over lange afstanden. Het basisprincipe is hiervoor Jong Groen dat de vervuiler betaalt. We zien het verkeer over lange afstanden ook liever veranderen van vliegtuigen naar treinen, want ja dat kan! Sterker nog deze treinreizen moeten de norm worden en een echt alternatief vormen voor korte vluchten. Om dit te realiseren moeten de prijzen van deze treinritten dan ook naar omlaag terwijl we de ridicuul lage vliegtuig prijzen liever zien stijgen. Het is dus duidelijk, auto en vliegtuig zijn voor ons niet langer koning! Voer deze switch nu door.

 


STANDPUNTEN BINNEN HET THEMA "MOBILITEIT"

 

Standpunt 1: Voor Jong Groen moeten trein, tram en bus de meest toegankelijke en democratische manier worden voor verplaatsingen. Alleen zo zorg je ervoor dat mensen massaal het openbaar vervoer blijven gebruiken. Om dit te realiseren moet het tarievenbeleid wijzigen en het aanbod uitgebreid worden.

Standpunt 2: Om jongeren aan te sporen gebruik te maken van het openbaar vervoer moet de frequentie van vervoer tussen de centrumsteden en het buitengebied fors opgetrokken en gemoderniseerd worden. 

Standpunt 3: Het aanbod van het openbaar vervoer moet beter afgestemd worden op de zogenaamde kotstudentenspitsuren: vrijdag en zondagavond. Aangezien het studentenleven zich voor een stuk ook ’s avonds en ’s nachts afspeelt, moet het aanbod ook daaraan aangepast worden.

Standpunt 4: De prijzen voor rijlessen moeten een stuk democratischer worden.

Meer info: Rijlessen worden alsmaar duurder. Hierdoor kunnen veel mensen zich geen of onvoldoende professionele lessen veroorloven, nochtans zijn zo’n lessen de beste manier om veilig te leren rijden. Voor mensen die deze hoge bedragen niet in één keer kunnen ophoesten, moet er een mogelijkheid worden gecreëerd om de betaling te spreiden. Daarnaast pleiten we voor autodeelsystemen voor leerling-bestuurders.

Standpunt 5: De discriminatie van bestuurders van bepaalde bevolkingsgroepen door verzekeringsmaatschappijen moet stoppen.

Standpunt 6: Jong Groen eist voor elke gemeente met meer dan 10.000 inwoners een toegankelijk en betaalbaar autodeelproject.

Standpunt 7: Jong Groen pleit ervoor om het aanbod openbaar vervoer tijdens de weekends en ’s nachts gevoelig uit te breiden.

Standpunt 8: Voor Jong Groen moet er worden ingezet op steden en dorpen op maat van de zachte weggebruiker.

Meer info: Onze steden en dorpen zijn nog al te vaak ontworpen op maat van de auto. Als we woon-en werkomgevingen aangenamer willen maken en het individuele gebruik van de wagen willen terugdringen, moeten gemeenten in de eerste plaats ontworpen worden in functie van de zachte weggebruiker. Te voet of met de fiets moet de meest evidente en snelste optie worden. Door een aantal eenvoudige ingrepen zoals het afstemmen van verkeerslichten op de snelheid van de fietser, verkeerslichten die ook eerder groen worden voor fietsers dan voor wagens, veilige oversteekplaatsen, van de autoweg gescheiden fietspaden, voldoende fietsstallingen... maak je het leven van zachte weggebruikers veiliger en aangenamer.

Standpunt 9: Jong Groen pleit voor een slim parkeerbeleid, voor beter verbonden randparkings en meer open ruimte in het centrum.

Meer info: Om steden en grotere gemeenten leefbaar te houden, dienen auto's zo veel mogelijk uit het centrum geweerd te worden. Onder andere door het promoten van de fiets, het openbaar vervoer, carpoolen... maar ook door een slim parkeerbeleid.

Parkings aan de rand van steden en grote dorpscentra moeten gratis zijn. Parkeren in stads- of dorpscentra wordt daarentegen duurder gemaakt. Zo kan het aantal parkeerplaatsen op de openbare weg worden verlaagd. Zo komt er meer openbare ruimte vrij. Betaalbaar en frequent openbaar vervoer en veilige fietsverbindingen vanaf deze randparkings naar de centra moet gegarandeerd worden.

Parkeren is het gebruiken van de openbare ruimte. Aangezien deze schaars is, is deze ook waardevol en kan daar dus geld voor worden gevraagd. Een jaarabonnement voor het parkeren van een eerste auto op de openbare weg blijft relatief goedkoop. Een tweede auto parkeren worden ontraden met een gevoelig hoger tarief. Mensen kunnen hun auto’s daarentegen wel gratis parkeren op randparkings, vanaf waar openbaar vervoer naar het centrum is gegarandeerd.

Dorpspleinen dienen heroverd te worden van de auto. Deze pleinen mogen niet langer dienst doen als parking, maar worden opnieuw het echte centrum van de gemeente.

Standpunt 10: Design for all - In elk ontwerpproces staat volgende vraag voorop: ‘Hoe kan de publieke ruimte zowel esthetisch als functioneel zijn voor een divers publiek zodat ze dit op een positieve manier ervaren?’ Expertise van eindgebruikers en andere actoren zijn hierbij het uitgangspunt.

Standpunt 11: Jong Groen pleit voor extra investeringen in fietssnelwegen opdat meer mensen de fiets gebruiken voor het woon-werkverkeer. Deze moeten binnensteden met randgemeenten verbinden.

Standpunt 12: Dat er verschillende bedrijven bestaan die het openbaar en collectief vervoer verzorgen, mag geen last zijn voor de gebruiker. Via een verregaande samenwerking moet men het aanbod van de verschillende openbare vervoersnetwerken (De Lijn, MIVB, TEC, NMBS, Cambio, Villo) op elkaar afstemmen en uitbreiden.  Die vergaande samenwerking gebeurt via bv.  het invoeren van één openbare vervoerskaart voor alle vervoersmaatschappijen, met deze kaart kan men altijd en overal het openbaar vervoer gebruiken. Jongeren en werkzoekenden moeten deze kaart kunnen aanschaffen voor een betaalbaarder tarief.

Meer info: Hierdoor wordt de stad duurzaam verbonden met de rand en het groene buitengebied. Er wordt één mobiliteitspas ingevoerd waarmee reizigers bij alle vervoersmaatschappijen terecht kunnen.

Informatie omtrent verplaatsingstrajecten moet via diverse kanalen beschikbaar en zo toegankelijk mogelijk zijn (online, apps voor smartphones...). De kostprijs van de mobiliteitspas moet laag genoeg gehouden worden, zeker voor jongeren en andere belangrijke doelgroepen voor het openbaar vervoer.

Standpunt 13: Vergoedingen voor het woon-werkverkeer worden aangepast door gebruik te maken van een mobiliteitsbudget voor iedereen waardoor openbaar vervoer, fiets of dichter bij werk wonen gestimuleerd wordt.

Standpunt 14: Terreinwagens horen niet thuis in de stad en parkeren verplicht op randparkings. Bewonerskaarten zijn niet verkrijgbaar voor terreinwagens.

Standpunt 15: Fietstaxi’s en waar mogelijk milieuvriendelijke watertaxi’s zijn een aantrekkelijk verkeersmiddel. Ze zorgen voor snelle verbindingen binnen de stad en met de rand. De lokale overheid zorgt voor een brede en goedkope beschikbaarheid.

Standpunt 16: Jong Groen pleit voor extra investeringen in de spoorwegen (aanleg nieuwe spoorwegen, uitbreiding capaciteit treinen, stiptere treinen, hogere frequentie op bepaalde lijnen en langere service-uren voor een aantal lijnen inclusief nachttreinen op de grote lijnen).

Standpunt 17: Jong Groen pleit voor extra investeringen in tramnetwerken (onderzoek naar nieuwe tramlijnen in centrumsteden, extra investeringen in tramnetwerken…).

Standpunt 18: Jong Groen pleit voor de elektrificatie van het wagenpark.

Standpunt 19: Openbaar vervoer moet toegankelijk zijn voor iedereen en gratis voor mensen in armoede.

Meer info: Door een beperkte mobiliteit zijn sommige diensten letterlijk en figuurlijk onbereikbaar. Vervoersarmoede leidt ook tot isolement. Jong Groen wil dit aanpakken door openbaar vervoer voor iedereen toegankelijk te maken. Openbaar vervoer moeten gratis zijn voor mensen die in armoede leven.

Standpunt 20: Jong  Groen pleit voor investeringen in duurzame alternatieven voor korte vliegtuigreizen. Alternatieven moeten de meest goedkope en aantrekkelijke vervoerswijze worden.

Meer info: Om dit te realiseren horen treinstations en luchthavens zo veel mogelijk samen te werken, met vlotte connecties worden korte afstandsvluchten immers minder interessant en gebeuren grote investeringen in infrastructuur efficiënter. Er dient ook volop te worden ingezet op het Europese treinverkeer.

De extreem goedkope vliegprijzen moeten tevens ook omhoog enerzijds en de prijs voor treinritten moet naar beneden. Dit gebeurt door korte vluchten te verbieden wanneer er een verplaatsingsalternatief bestaat dat minder dan 3 uur tijd in beslag neemt.

Standpunt 21: Jong Groen pleit voor een slimme milieu taks, dit wil zeggen dat je betaalt wat je vervuilt zodat innovatie in vliegindustrie gestimuleerd wordt en de echte maatschappelijke kost gedekt wordt. Inkomsten kunnen in groene initiatieven geïnvesteerd worden.

Standpunt 22: Jong Groen pleit voor het centraliseren van het luchthavenverkeer in België, waardoor we de regionale luchthavens kunnen sluiten.

KEER TERUG NAAR OVERZICHT

 

#detoekomstisvanons