Voor een beter welzijn en zorgsysteem
VISIETEKST
Het belang van een kwalitatieve en toegankelijke gezondheidszorg kan moeilijk overschat worden. Iedereen kan ziek worden en ziekte maakt mensen kwetsbaar, ook financieel. Dat een ziek iemand niet de juiste zorg krijgt of zich zorgen moet maken over de factuur, kan eigenlijk niet. De gewenste kwaliteit en toegankelijkheid kunnen maar gerealiseerd worden met een goedkope publieke basisverzekering die voldoende gezondheidsrisico’s dekt. Dat mensen noodgedwongen een duurdere private verzekering moeten hebben, is onaanvaardbaar.
De vergrijzing zorgt voor een stijgende zorgvraag en dus voor toenemende kosten. Maar er zijn ook nog andere oorzaken voor de stijgende budgetten: de ongezonde levensstijl, en de medische overconsumptie door het voorschrijfgedrag en door het te veel aan technische prestaties. Om de gezondheidszorg in een vergrijzende samenleving betaalbaar te maken dringen er zich dus maatregelen op: enerzijds om de ziekte-uitgaven te rationaliseren, anderzijds om ziekte te vermijden. De rationalisering mag echter niet ten koste gaan van de toegang tot zorg aan hoge kwaliteit voor iedereen. Er moet kunnen gediscussieerd worden over de zin en onzin van bepaalde medische ingrepen. Tegelijk moet de ziekenhuisfinanciering aangepast worden om komaf te maken met medische overconsumptie. Zorgverstrekkers moeten bovendien gesensibiliseerd worden over het voorschrijven van te veel medicijnen.
Voorkomen is nog altijd beter dan genezen. Preventie moet veel hoger op de agenda. Door meer te bewegen en gezonder te eten kunnen problemen worden voorkomen. Ook een effectief milieu- en sociaal beleid kan ziekte vermijden. We schenken ook bijzondere aandacht aan anticonceptie, sekswerk en het herdenken van ons huidig drugsbeleid.
Onze maatschappij is geëvolueerd. Relaties zijn op enkele decennia tijd erg onzeker geworden. Een steeds groter aantal mensen valt uit de boot. Vriendschapsbanden worden belangrijker, soms zelfs belangrijker dan familiale banden. Het gezin is niet meer de enige hoeksteen van de samenleving. Daarom denken we ook na over nieuwe vormen van samenleven en maken we bv. ook werk van een wettelijk statuut voor vriendschap, erkennen we eenzaamheid als maatschappelijk probleem en willen we kopzorgen bespreekbaar maken.
STANDPUNTEN BINNEN HET THEMA "WELZIJN EN SAMENLEVEN"
Standpunt 1: De eerstelijnsgeneeskunde moet versterkt worden met als doel de toegankelijkheid tot zorg te verbeteren en de kosten van de gezondheidszorg te verminderen.
Meer info: Huisartsenpraktijken, wijkgezondheidscentra, groepspraktijken van ‘Geneeskunde voor het Volk’... kunnen daartoe bijdragen. Een sterke eerste lijn zorgt er immers voor dat mensen sneller hulp zoeken (voor het te laat is) en dat overbodige dure visites bij specialisten of op de spoedafdeling worden vermeden.
Standpunt 2: Er moet een opstartbudget komen voor wijkgezondheidscentra en tevens een financiële aanmoediging om zich als artsen te verenigen.
Meer info: Wijkgezondheidscentra zijn multidisciplinaire groepspraktijken. Zulke praktijken hebben al bewezen toegankelijk te zijn voor alle lagen van de bevolking. Om deze wijkgezondheidscentra verder uit te bouwen en te ondersteunen moet er voor deze centra een opstartbudget komen enerzijds en een financiële aanmoediging om zich als (para)medici te verenigen anderzijds. Deze zaken zijn immers belangrijk om deze multidisciplinaire groepspraktijken een rol in de maatschappij te laten speken.
Standpunt 3: Het e-attest moet uitgebreid worden naar alle zorgverstrekkers (specialisten, kinesisten, psychotherapeuten...). Zo moet men het terugbetaald bedrag niet meer voorschieten aan de mutualiteiten. Momenteel is dit enkel zo voor huisdokters.
Standpunt 4: Bij de introductie van nieuwe, vaak zeer dure, geneesmiddelen moet de overheid actiever optreden en consequent prijsonderhandelingen met de farmaceutische industrie aangaan. Hiervoor dient een duidelijk wettelijk kader ontwikkeld te worden.
Meer info: De uitgaven aan geneesmiddelen nemen jaar na jaar toe. Door de opkomst van goedkope generische (‘witte’) geneesmiddelen is de prijs van de gevestigde geneesmiddelen reeds gevoelig gedaald.
Standpunt 5: De uitgaven aan geneesmiddelen kunnen verminderd worden door de artsen te responsabiliseren in hun voorschrijfgedrag.
Meer info: Enerzijds moet ‘voorschrijven op stofnaam’ (voorschrijven van de ‘witte’ geneesmiddelen) verplicht worden. Anderzijds moet de arts op een onafhankelijke en wetenschappelijke manier geïnformeerd worden over de kosten en baten van het voorschrijven van elk geneesmiddel.
Standpunt 6: De ziekenhuisfinanciering dient gebaseerd te worden op een vast bedrag per patiënt en niet langer op het aantal prestaties.
Meer info: Zo vermijd je overconsumptie. Dit systeem is bovendien transparanter. De invoering dient geleidelijk te gebeuren en er moet over gewaakt worden dat de kwaliteit van zorg bewaard blijft.
Standpunt 7: De maximumfactuur (MaF) dekt nog steeds onvoldoende de hoge gezondheidsuitgaven van chronisch zieken (suikerziekte, nierpatiënten...) en psychiatrische patiënten in een instelling. Voor deze groep patiënten dienen de remgelden die momenteel niet gedekt zijn mee opgenomen te worden in de MaF.
Standpunt 8: Iedere Vlaming ouder dan 25 betaalt jaarlijks 25 euro voor de Vlaamse zorgverzekering.
Meer info: Dit geld dient om niet-medische kosten van zorgbehoevenden te dekken en wordt uitgekeerd als een forfait, afhankelijk van het type zorg. De zorgverzekering is een succes, maar schiet door het forfaitaire karakter in bepaalde gevallen diens doel voorbij. Een hogere selectiviteit moet ervoor zorgen dat het geld terecht komt bij de mensen die er het meeste nood aan hebben.
Standpunt 9: Initiatieven zoals de Veggie-dag moeten verder ondersteund en uitgebreid worden. De publieke sector en het onderwijs moeten alvast het goede voorbeeld geven.
Meer info: Door gezonder te leven kan ziekte vermeden worden. Het matigen van de vleesconsumptie kan al heel wat kwalen aan hart en vaten voorkomen. Bovendien verminderen we zo onze ecologische voetafdruk.
Standpunt 10: Jong Groen pleit voor een kader voor ‘wettelijke’ vriendschap’
Meer info: Onze maatschappij is geëvolueerd. Vriendschapsbanden worden belangrijker, soms zelfs belangrijker dan familiale banden. Het gezin is niet meer de enige hoeksteen van de samenleving.
De vraag rijst over hoe we op deze nieuwe maatschappelijke evolutie kunnen inspelen. Volgens Jong Groen is het erkennen van wettelijke vriendschap een volgende stap in onze maatschappelijke evolutie en we doen op dit moment tekort aan deze belangrijke maatschappelijke bouwsteen door dit niet te erkennen.
Enkele voorbeelden:
- Jan is een vriend van Maarten. Jan is getuige van Maarten bij zijn huwelijk. Omdat Maarten op een weekdag trouwt, kan Jan echter geen wettelijk klein verlet aanvragen hiervoor en moet hij een dag verlof nemen.
- Sarah is zwaar ziek, maar heeft geen familie die voor haar kan zorgen. Haar vriendin Els wil graag deze taak op zich nemen, maar er bestaat geen wettelijk kader waarbinnen Els hiervoor tijdskrediet kan nemen. Hierdoor is Els minder beschikbaar om voor Sarah te zorgen.
- Simon is single, heeft geen kinderen en is zelf enig kind. Wil hij zijn beperkte vermogen later aan iemand overmaken, dan zullen de belastingen veel hoger zijn bij deze overdracht dan bij iemand die hetzelfde nalaat aan kinderen.
- Bart, de beste vriend van Tom, is gestorven. Bart wordt begraven op een donderdag. Wil Tom naar de begrafenis van Bart gaan, dan zal hij hiervoor verlof moeten nemen en rekenen op de goodwill van zijn werkgever.
Met Jong Groen stellen we volgende krijtlijnen voor om een kader te creëren voor wettelijke vriendschap:
- Afbakening graad van verwantschap: wettelijke vriendschap wordt gelijkgesteld aan bloedverwantschap in de 2de graad (dus (half)broer of (half)zus), met alle wederzijdse rechten en plichten. Met uitzondering van erfrechten, pas na een periode van 3 jaar kunnen de erfrechten effectief gebruikt worden.
- Geografische afbakening: wettelijke vriendschap is slechts mogelijk tussen 2 personen met een wettelijke verblijfsvergunning in België.
- Wederkerigheid: wettelijke vriendschap is wederkerig, de rechten en plichten zijn dus ook wederkerig. Als jij iemand kiest, kiest die ook voor jou. Je kan niet eenzijdig een wettelijke vriendschap met iemand afsluiten.
- Aantal wettelijke vrienden: het aantal wettelijk erkende vrienden is beperkt tot 3 per persoon. Dit om misbruik te vermijden, zoals bv. iemand die 1.000 wettelijke vriendschappen aangaat om altijd wel ergens klein verlet of mantelzorg verlof te kunnen opnemen.
- Minimumleeftijd: men moet wettelijk meerderjarig zijn om een wettelijke vriendschap aan te gaan. Dit omwille van transparantie en simpliciteit van het voorstel.
- Tijdsduur van wettelijke vriendschap: de wettelijke vriendschap moet om de 5 jaar hernieuwd worden via een wederzijdse ondertekening van een standaardformulier. Indien deze niet hernieuwd wordt, dan vervalt ze.
- Manier van vastleggen wettelijke vriendschap: wettelijke vriendschap wordt vastgelegd via een gestandaardiseerd formulier. Net zoals dat gebeurt voor het registreren van wettelijk samenwonen. Wij gaan uit van een basiscontract dat kan afgesloten worden zonder tussenkomst van de notaris, net zoals dat bestaat voor het registreren van wettelijk samenwonen. Wil men afwijkingen op dit contract, dan kan men dit notarieel regelen, net zoals een samenlevingscontract. De procedure is dus gelijkaardig aan het aangaan van een huwelijk: daarbij werk je met een standaard huwelijkscontract (cfr. de huwelijksstelsels) waarvan je kan afwijken via een huwelijkscontract. Wij schuiven dit naar voren omwille van de transparantie en simpliciteit.
- Opzeggen: opzeggen kan op 2 manieren via enkelvoudig opzegrecht:
- Automatisch als je na 5 jaar het contract niet verlengt.
- Enkelvoudig opzeggen kan gebeuren via e-ID of per post.
Standpunt 11: Meer onderzoek naar het ontstaan, de behandeling en preventie van chronische pathologieën.
Meer info: De dag van vandaag worden wereldwijd alsmaar meer mensen chronisch (langdurig) ziek, zonder dat we voldoende kennis hebben en middelen beschikbaar stellen om een verdere toename te voorkomen.
Pathologieën, zoals Fybromyalgie, Chronische Lyme, Chronisch Vermoeidheids- Syndroom (CVS), ME en het prikkelbare darm-syndroom; zijn op een virale wijze aan het verspreiden. De mensen lijden hier enorm aan en kunnen vaak niet meer functioneren of werken. Het zenuwstelsel en het hele bindweefsel (spieren, ligamenten, klieren, etc..) kunnen aangetast worden. Er kunnen ook co-infecties optreden, wat impliceert dat je aan sommige van deze pathologieën kan sterven. Zeker als je meerdere van deze pathologieën tegelijkertijd hebt. Het samen voorkomen van deze ziekten bij een patiënt is zeker geen uitzondering. Waardoor het een multi-systeemziekte wordt. Chronische ziekten drukken bovendien zwaar op de zorgkosten. Zo is dementie de duurste ziekte voor onze samenleving. We zien dat veel van deze ziekten een ontstekingscomponent en soms een sterke link met luchtvervuiling hebben (zoals bv. Parkinson), wat extra aandacht verdient naast onderzoek naar individuele ziekten.
Wij pleiten ervoor om de richtlijnen van de WHO (World Health Organisation) in België te volgen en dringend een centrum en een doortastend onderzoek op te starten naar de oorzaak van deze pathologieën. Alsook eisen wij dat deze mensen in hun lijden erkend worden en een statuut in onze sociaal zekerheid krijgen, verbonden aan een recht op een vervangingsinkomen indien mensen niet kunnen werken.
Standpunt 12: Betaal een bezoek naar de psycholoog grotendeels terug.
Meer info: Jong Groen wilt het taboe rond psychisch welzijn en psychische problemen doorbreken. We willen graag dat mensen meer praten over hun kopzorgen, en liefst ook met professionals. Een bezoek aan de psycholoog is echter enorm duur.
Jong Groen pleit daarom om bezoeken naar de psycholoog grotendeels terug te laten betalen.
Het is belangrijk om het taboe rond naar de psycholoog gaan te doorbreken en dat zo
laagdrempelig mogelijk te maken.
Standpunt 13: Erken eenzaamheid
Meer info: Eenzaamheid moet erkend worden als een maatschappelijk probleem. Als we aan eenzaamheid denken, denken we vaak meteen aan weduwes en weduwenaren, maar ook onder jongeren en mensen van middelbare leeftijd mag dit probleem echt niet onderschat worden.
Relaties zijn op enkele decennia tijd erg onzeker geworden, mensen worden meer om meer carrièregericht. Een steeds groter aantal mensen valt uit de boot: ze hebben brute pech gehad, de eigen hoge verwachtingen op het werk of in een relatie niet gehaald… We moeten de strijd tegen een overdreven individualistische samenleving waarin iedereen vooral voor zichzelf werkt en leeft aangaan en elementen plaatsen die terug verenigen.
- Steden horen nieuwe vormen van samenwonen te faciliteren: in het huidige model leven gescheiden ouders vaak elk in een villa op de buiten, de weduwe/weduwnaar van de generatie ouder ook nog eens in een derde villa, de kinderen zijn op kot of wonen ondertussen ergens anders in de stad. Dit model kan beter naar ruimtegebruik en naar samenleven: laten we inzetten op cohousing projecten in de steden waar jong en oud elkaar vinden en bijstaan. Net als de huisvestingsmogelijkheden loopt ook de structuur van de belastingen achter: er hoeft geen gezinshoofd te zijn bij cohousing, en geen lagere uitkeringen omdat de overheden er op rekenen dat je huisgenoten je wel opvangen.
-
Er mag meer geïnvesteerd worden vanuit de gemeenschap in verenigingsleven,
bewustwording is van groot belang: op de werkvloer, in het publieke leven, bij je thuis.
Ook de cultuursector kan een rol spelen in de aanpak van eenzaamheid. - Er wordt specifiek aandacht besteed aan kwetsbare groepen.
Standpunt 14: Jong Groen pleit ervoor om het softgebruik van drugs te legaliseren. Het hardgebruik ervan moet worden gedecriminaliseerd. Daarnaast moet een drugsverslaving als een medische aandoening worden gezien. We pleiten tevens voor de legalisatie van de productie, de verkoop en het gebruik van cannabis.
Meer info: Het legaliseren van het softgebruik van drugs en het decriminaliseren van het hardgebruik van drugs zou de maatschappij alsook inclusiever maken, in de zin van het sociaal aanvaarden van deze zaken. Een repressief beleid en een war on drugs heeft de maatschappij steeds vaker ontwricht en maakt regio’s onveilig. Ook komt er bij deze drugsoorlog racisme aan te pas. Dit bijvoorbeeld doordat een groep van mensen met een migratieachtergrond vaker als verdacht zal worden gezien. Onderzoek toont aan dat alcohol schadelijker is in zijn geheel dan de meeste andere drugssoorten.
De drugs die in België mag worden geconsumeerd dient aan een aantal voorwaarden te voldoen. Hierbij dient rekening te worden gehouden met vanwaar de drugs komt. Drugs die gelinkt kan worden aan internationale criminaliteit moeten verboden worden.
Door een drugsbeleid te voeren dat niet langer gefocust is op bestraffen en het criminaliseren van deze feiten kunnen we er tevens voor zorgen dat de overheid een zekere kwaliteitscontrole kan garanderen. De overheid kan dan beter toezien op welke drugs verkoopt wordt en kan er tevens voor zorgen dat mensen beter geïnformeerd zullen zijn over welke drugs zij kunnen nemen en wat de gevolgen daarvan zijn. Dit gebeurt vandaag immers te weinig doordat we te weinig inzetten op het normaliseren van druggebruik.
Op dit moment kan een rechter in Vlaanderen oordelen dat een persoon die drugs gebruikt, doorgestuurd wordt naar hulpverlening of dat deze persoon in de gevangenis terecht komt. In Portugal zal een persoon met een verslaving niet voor de rechter moeten verschijnen. Het gebruik van drugs werd daar gedecriminaliseerd en men opteert nu om een persoon met een verslaving voor een commissie te brengen.
Deze commissie bestaat uit een advocaat, een dokter, een psycholoog en een sociaal werker. De commissie heeft als doel om de verslaafde te genezen van zijn aandoening. De commissie heeft de macht om kleine sancties op te leggen indien de verslaafde niet wil meewerken. Enkele van deze straffen zijn: boetes van €25 tot €150, tijdelijke beperking om diens beroep uit te mogen oefenen indien men met dit beroep een persoon of goederen in gevaar kan brengen (dokter, buschauffeur,…) een verbod om bepaalde plaatsen te bezoeken, verbod op buitenlandse reizen, verbod om bepaalde personen te zien, regelmatig voor de commissie verschijnen, tijdelijke in beslag name van persoonlijke bezittingen, het wegnemen van een vuurwapen en het recht op een vuurwapen. De commissie heeft de expliciete macht om de straffen op te heffen indien men de behandeling aanneemt. De gevolgen van de invoering van dit systeem in Portugal:
- Verhoogde therapie opname van druggebruikers (60% stijging)
- Daling in het aantal vastgestelde HIV patiënten onder druggebruikers (17% daling) en een daling van het aantal druggerelateerde HIV infecties (90% daling)
- Daling in het aantal druggerelateerde doden (2 e laagst van de EU)
- Daling van druggebruik bij adolescenten (13-15 jaar) en problematische gebruikers
- Daling druggerelateerde strafrechtelijke werklast
- Daling straatwaarde van meeste drugs (de vraag wordt kleiner dan het aanbod).
-
Daling algemene moordcijfers van 1,13 per 100 000 inwoners naar 0,96 per 100 000
inwoners - Daling bezit van drugs onder jongeren
Het doel van dit standpunt is om een gelijkaardig systeem als dat van Portugal te implementeren in België, om mensen in nood te helpen. Het is belangrijk dat verslaving erkend wordt als een medische aandoening, zodat mensen niet langer onterecht in de gevangenis belanden waar hun problemen erger worden. Het is belangrijk om het softgebruik van drugs te legaliseren en het hardgebruik ervan de decriminaliseren en verslaafden voor commissies te brengen die behandelingen kunnen opstellen, in plaats van het oordeel te laten vellen door een rechter die hier minder inzicht in heeft.
We pleiten tevens voor de legalisatie van de productie, de verkoop en het gebruik van cannabis. We vertrekken vanuit de bewaking op de kwaliteit en de veiligheid van cannabis voor gebruikers. Bovendien belemmert een controle het verder uitbreiden van het illegaal circuit. Controle zien we gebeuren door de overheid en kan ondergebracht worden bij het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen.
Standpunt 15: Betaalbare anticonceptie.
Meer info: Jong Groen pleit ervoor om anticonceptie steeds terug te betalen om bewust ouderschap te promoten.
Iedereen heeft recht op de anticonceptie waarbij die zich goed voelt en die past voor deze persoon, daarom geldt het terugbetalen ervan voor alle vormen van anticonceptie, inclusief het condoom en niet- generische middelen. Om te garanderen dat men geïnformeerd is over de beschikbare middelen, wordt seksuele educatie als luik toegevoegd aan het secundair onderwijs met focus op alle anticonceptie, seksuele oriëntaties en genders.
Standpunt 16: Seks als zorg, oproep voor een wetgevend kader.
Meer info: Seksualiteit is een basisrecht. Er is in onze samenleving een grote groep van mensen die seksualiteit niet op een zelfstandige manier kunnen beleven bijvoorbeeld: ouderen, personen met een handicap of personen met een psychische kwetsbaarheid.
In België is er een organisatie die aan deze doelgroepen seksuele dienstverlening en
intimiteitszorg verleent (vzw Aditi). Belangrijk om mee te geven is dat het hier gaat om een vorm van zorgverlening, en er geen economische motieven spelen (ook niet bij de zorgverstrekkers).
Toch zijn er aantal drempels:
- Er is geen wettelijk kader voor seksuele dienstverlening;
- Er heerst een groot taboe binnen voorzieningen, woon- en zorgcentra en dienstencentra;
- De intakegesprekken (en dus niet de eigenlijke zorgverlening) worden reeds terugbetaald door sommige ziekenfondsen en door de Vlaamse overheid (voor personen met een handicap). Toch blijft de zorgverlening duur.
Daarom…
- Pleit Jong Groen voor een transparant kader voor seksuele dienstverlening;
- IJvert Jong Groen voor bewustmakingscampagnes binnen voorzieningen voor personen met een handicap, woon- en zorgcentra, dienstencentra, enzovoort;
-
Pleit Jong Groen om te onderzoeken of de volledige terugbetaling van seksuele
zorgverlening mogelijk is.
Standpunt 17: Sekswerk legaliseren.
Meer info: In België heeft men gekozen om sekswerk op federaal niveau te bestraffen maar op lokaal niveau te gedogen. Dit zorgt voor een paradoxale situatie die de sociale positie van sekswerkers niet vooruit helpt. Sekswerkers ondervinden de dag van vandaag heel wat drempels:
- 90% van de sekswerkers kunnen niet bij hun huisarts terecht. Ze hebben nood aan specifieke gezondheidszorg, psychosociale hulp en andere dienstverlening;
- Sekswerkers ondervinden heel wat taboes en worden vaak gelinkt met overlast en criminaliteit;
- In bepaalde gevallen is er sprake van uitbuiting en mensenhandel.
Het huidige gedoogbeleid gaat de maatschappelijke uitdagingen en de probleemsituaties van een aanzienlijke groep mensen dus niet aan. Bovendien wordt het debat gevoerd over sekswerkers en niet met sekswerkers. We pleiten ervoor om eerst en vooral het debat samen mét sekswerkers te voeren. We moeten het pragmatisch bekijken, zonder sekswerk meteen als immoreel te bestempelen. Sekswerk moet een duidelijk wettelijk kader krijgen en sekswerkers een duidelijk en erkend statuut.
We willen hier aan de progressieve kant van de discussie trekken: sekswerk legaliseren en zelfs faciliteren, zodat we het kunnen controleren. Een sekswerker werkt voor niemand anders dan zichzelf, uit vrije wil en niet eenmalig. De zelforganisaties, vakbonden en hulpverleningsorganisaties voor sekswerkers (zoals het Brusselse Utsopi of het Gentse Pas op vzw) krijgen hierin een centrale rol. Zij worden niet enkel geconsulteerd tijdens het wetgevende proces. Ze krijgen ook een erkende en officiële rol in het implementeren, beheren en controleren van veilige, gezonde en legale locaties.
Standpunt 18: Kamers voor intimiteit.
Meer info: Alle Vlaamse steden en gemeentes en Brussel dienen publieke kamers voor intimiteit te hebben waar om het even wie kosteloos en in hygiënische en veilige omstandigheden intiem te zijn. Deze kamers zijn niet bedoeld voor prostitutie en er horen gecontroleerd te worden aan de inkom op verdovende middelen. Een zekere sociale controle hoort uitgedacht te worden.