28 jun 2020

Migratie

Het behoeft geen betoog dat vandaag het migratiedebat in België – en bij uitbreiding Europa – voor ophef en polarisatie zorgt. Het geeft de politieke mandatarissen stof tot nadenken en het accentueert de nood voor het (her)uitwerken van een geschikt beleid op alle niveaus dat verder reikt dan nu. Migratie kan een verrijking zijn voor ons allen: politiek, sociaal en economisch. Maar als we dit heet hangijzer niet aanpakken, bestaat het risico op menselijk drama en maatschappelijke ellende.

Hoewel we met een intern, opbouwend beleid al veel kunnen veranderen, moet er parallel een standvastig en daadkrachtig extern beleid lopen. We mogen nooit of te nimmer de oorzaken – oorlogen, falende ecosystemen, natuurrampen, schending van de mensenrechten, economische problemen, arbeid, studies, … – van de verschillende en diverse migratiestromen onder stoelen of banken steken. Europa moet zich engageren om de kern van het probleem aan te pakken, via diplomatieke kanalen en sociaaleconomische ontwikkelingssamenwerking. Mensen vluchten meestal niet vrijwillig, maar vanwege onleefbare situaties in eigen land. De Europese Unie kan deze landen logistieke en humanitaire hulp aanbieden, om zo haar globale rol op te nemen.

Belgisch en Europees migratie- en buitenlands beleid moet erop gericht zijn om de mensen weer hoop en toekomst te bieden. Dit gebeurt niet door muren te bouwen, en onzinnig lange onzekere procedures te creëren. Een daadkrachtig, menswaardig, en snel migratiebeleid geeft mensen in een uitzichtloze situatie opnieuw de toekomstkansen die hen in hun thuisland zijn ontnomen.

België en de EU moeten hun 'soft power' - economische maatregelen en diplomatie - offensiever aanwenden om oorlogen en mensenrechtenschendingen te voorkomen.

Meer info: We demonstreren het potentieel van deze aanpak met een aantal gemiste en geslaagde voorbeelden. Het noemen van een conflict dient ter illustratie en heeft niet tot doel dit conflict als belangrijker voor te stellen dan niet-genoemde conflicten elders in de wereld. Wij zijn van mening dat België en de EU overal verantwoordelijkheid hebben, waar ze invloed hebben.

  •         Er zijn aanwijzingen dat IS, zeker in vroegere stadia, financiering ontving uit omliggende landen. Een internationaal onderzoek naar dergelijke praktijken en internationale druk op zulke financiers, had IS mogelijk in een vroeger stadium geweldloos kunnen verzwakken.
  •         In het onevenwichtige conflict in de Gazastrook in de zomer van 2014, hadden België en de EU een belangrijke invloed op Israël kunnen uitoefenen, dat zeer afhankelijk is van zijn Westerse bondgenoten.
  •         In het conflict in Oost-Oekraïne en de Krim, werden economische sancties getroffen tegen Rusland waarvan men kan aannemen dat ze een verdere escalatie van het conflict hebben voorkomen.
  •         In de kwestie van de nucleaire dreiging die uitging van Iran, hebben een combinatie van zware economische sancties en actieve diplomatie op vreedzame wijze geleid tot een internationale overeenkomst waar de meeste betrokken landen zich bij kunnen neerleggen.
  •         Ook de nu 16 jaar durende vrede in de Balkan, werd deels bewerkstelligd door diplomatieke inspanningen van de EU.

België en zijn bondgenoten moeten omzichtig omspringen met het aanvangen, uitvoeren en afsluiten van militaire interventies. Op elk bestuursniveau dat een leger kan inzetten, is een sterke parlementaire controle en een grote transparantie tegenover het parlement, in elk stadium een vereiste. Bij het afsluiten van een interventie, dragen de interveniërende landen verantwoordelijkheid voor het verzekeren van stabiliteit na hun vertrek. De EU zou altijd paraat moeten staan om landen te ondersteunen bij de opbouw van stabiele, democratische overheden.

Meer info: Een militaire ingreep kan erger geweld voorkomen, maar kan omgekeerd ook - zeker indien de ‘collateral damage’ groot is - verdere haat en geweld aanwakkeren. Bij de beslissing om al dan niet een interventie aan te vangen, moet deze afweging nauwgezet gemaakt worden en is een uitgebreid parlementair debat noodzakelijk. Het doel van elke interventie moet duidelijk zijn.

De uitvoering van een interventie moet gebeuren met respect voor het internationaal recht. Het parlement moet kunnen nagaan of dit het geval is. Bij het afsluiten van een militaire interventie, moeten de interveniërende landen erop toezien dat het land ter plaatse niet implodeert. De ervaring met Libië en met de Arabische Lente in het algemeen, toont dat de EU altijd paraat zou moeten staan om landen te ondersteunen bij de opbouw van stabiele, democratische overheden.

 

België en de EU moeten (economische) belangen bij oorlog, geweld en mensenrechtenschendingen, uitsluiten.

Meer info: De Belgische wapenproductie is hierbij een oud zeer. FN Herstal, maar ook andere producenten van militair materieel in de verschillende gewesten, moeten met hoogdringendheid op zoek naar civiele toepassingen van hun (soms wereldvermaarde) expertise. In afwachting mogen we niet toegeven aan de economische belangen van deze bedrijven en moet wapenexport naar landen die gewelddadige conflicten op de spits drijven, verboden worden. Hetzelfde principe geldt op het niveau van de EU.

Ook onze afhankelijkheid van bepaalde olie- en gasleveranciers is een terugkerend probleem en een bijkomende reden om haast te maken met de omschakeling naar hernieuwbare energie.

Verder moeten we vermijden afhankelijk te worden van bedenkelijke regimes voor de bescherming van onze buitengrenzen.

Jong Groen pleit voor meer aandacht voor mensenrechten in beleid rond handel, buitenlandse zaken en ontwikkelingssamenwerking, bij voorkeur op Europees niveau.

Meer info: Vooral in het huidige Belgische handelsbeleid ziet Jong Groen geen visie. Men zoekt slechts naar een zo groot mogelijke markt zonder oog voor mogelijke geopolitieke gevolgen. Het handelsbeleid moet meer oog hebben voor een politieke dialoog met, het respecteren van de universele verklaring van de rechten van de mens en het creëren van een sterke middenklasse in ontwikkelingslanden. Wanneer deze methodes niet werken, moeten handelsembargo’s worden overwogen.

Een effectief klimaatplan om klimaatverandering (zoveel mogelijk) te voorkomen en de effecten ervan te perken is cruciaal. België en de EU moeten hierbij een actieve en ambitieuze rol spelen.

Meer info: Preventie is de beste en meest doortastende oplossing voor klimaatverandering en de fatale gevolgen die het met zich meebrengt. We streven naar een klimaat neutrale samenleving op nationaal, Europees en mondiaal vlak tegen 2050. De doelstellingen die werden vastgelegd in het internationaal klimaatakkoord van Parijs moeten worden behaald.

Met betrekking tot klimaatmigratie moet er een stijging komen van de internationale klimaatfinanciering die in 2020 uitmondt in een Belgische bijdrage van 500 miljoen euro. Dat bedrag komt bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking en moet specifiek dienen voor adaptatie aan klimaatverandering in kwetsbare landen. Investeren in structurele oplossingen zoals stabiliteit o.a. door klimaat resistente ontwikkeling en adaptatie en de heropbouw van getroffen gebieden moet, ten slotte, prioritair worden in de Belgische en Europese ontwikkelingssamenwerking



Ontheemden door weerfenomenen of klimaatverandering kunnen niet rekenen op een juridisch statuut van vluchteling onder de Conventie van Genève betreffende de Status van Vluchtelingen (1951). Wij pleiten voor de erkenning van klimaatverandering als oorzaak en reden om te vluchten.

Meer info: In de Conventie van Genève betreffende de Status van Vluchtelingen (1951) zijn weerfenomenen of klimaatverandering niet opgenomen als redenen om te vluchten, waardoor een ‘klimaatvluchteling’ juridisch gezien niet bestaat.

Het is niet nodig de Conventie van Genève aan te passen. Reeds bestaande initiatieven, meer specifiek het ‘Nansen Initiative’ en de daaruit volgende Protection Agenda for Cross-Border Displacement in the Context of Disasters and Climate Change, zetten al krijtlijnen uit voor de bescherming en bijstand van ontheemden over grenzen heen als gevolg van rampen en klimaatveranderingen. Dat akkoord werd in 2015 bekrachtigd door 100 landen waaronder België. Concrete actie blijft echter uit. We pleiten er dan ook voor om de bepalingen in de Protection Agenda for Cross-Border Displacement effectief en beter toe te passen.

We pleiten ervoor klimaat ontheemden en –vluchtelingen beter te begeleiden, zowel de mensen die zich binnen een land verplaatsen als over de landsgrenzen heen.

Meer info: We pleiten voor een ambitieuze houding in de onderhandelingen over het Warschau International Mechanism for Loss and Damage associated with Climate Change Impacts (WIM) en meer specifiek de uitwerking van de Task Force voor klimaat ontheemding. Bestaande initiatieven en organisaties met expertise over het thema zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het Nansen Initiative moeten betrokken worden in de besprekingen rond de Task Force.

Concreet moet er gewerkt worden aan transparante, legale en veilige toegangswegen voor migratie zoals vastgelegd in de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Daarnaast moeten de capaciteiten van lokale overheden versterkt worden om beter om te gaan met interne ontheemding. Tot slot pleiten we ervoor projecten van internationale organisaties die lokale overheden bijstaan in getroffen gebieden te ondersteunen.

Het budget voor de Belgische officiële ontwikkelingshulp (ODA) moet de komende jaren toenemen in plaats van afnemen. Het is de bedoeling om zo in afzienbare tijd de VN-norm te behalen. Deze schrijft voor dat 0,7% van het BNI (van industrielanden) geïnvesteerd moet worden in ontwikkelingssamenwerking.

Het budget voor de Belgische officiële ontwikkelingshulp (ODA) moet o.a. worden ingezet voor conflictpreventie en -resolutie, humanitaire hulp, de heropbouw van de gebieden getroffen door conflict en de opbouw van de rechtsstatelijke samenleving

Jong Groen pleit voor de Europese variant van een “Green Card”.

Meer info: Grenzen zijn één van de grootste discriminaties die er bestaan. Toch is een opengrenzenbeleid zowel politiek, sociaal als economisch niet meteen haalbaar. Economische motivaties zijn vandaag geen reden om een erkenning te krijgen. Jong Groen vindt dat dit wel moet kunnen en dat er ieder jaar een aantal verblijfsvergunningen kunnen uitgedeeld worden voor mensen die een beter bestaan willen opbouwen. Dit systeem moet er ook voor zorgen dat mensen die vanwege economische motivaties willen migreren naar Europa een mogelijkheid krijgen en niet de gevaarlijke oversteek of reis maken.

Het Dublin Verdrag moet vervangen worden door een effectief Europees migratiebeleid dat van toepassing is op alle lidstaten. Europa moet de ongelijke verdeling van migratie aanpakken door meer logistieke en financiële steun aan deze landen aan te bieden. Daarenboven dient er een Europees orgaan te worden opgericht dat een coördinerende bevoegdheid heeft, namelijk het billijk verdelen van de migratiestroom over de verschillende Europese lidstaten.

Meer info: Het huidige systeem leidt ertoe dat landen aan de buitengrenzen van Europa een veel grotere instroom aan mensen hebben dan zij (administratief) kunnen verwerken. De vluchtelingen worden momenteel niet naar behoren op de hoogte gesteld waar ze asiel moeten aanvragen en hoe ze dit moeten doen. Ze tasten zeer vaak in het duister. Dit leidt er vaak toe dat ze dan in de illegaliteit belanden of met mensensmokkelaars doorreizen. Een effectief Europees migratiebeleid, dat van toepassing is op alle Europese lidstaten, zou het verloop van asielaanvragen reeds vergemakkelijken en eerlijker maken. Het Dublin Verdrag en de Dublinverordening III vertonen nog te veel hiaten om de migratie kwestie efficiënt en effectief aan te pakken en in goede banen te leiden.

Jong Groen pleit voor een gecoördineerd Europees asielbeleid, aangevuld met de mogelijkheid om buiten Europa een aanvraag bij Europese asielbureaus in te dienen en een billijke verdeling van de asielzoekers over de EU-lidstaten.

Meer info: Europa moet Europese asielbureaus oprichten in de landen waaruit de meeste vluchtelingen vandaag de dag hun tocht naar Europa maken. Zo moeten mensen niet eerst een gevaarlijke en onzekere route afleggen voordat ze asiel kunnen aanvragen. De asielaanvraag moet behandelt worden binnen de duur die de Europese migratiewetgeving voorschrijft. Enerzijds kunnen mensen in nood dan tijdelijk opgevangen worden in kampen rondom dit asielbureau, zodat ze hun zaak nauw en veilig kunnen opvolgen zonder illegaal de tocht naar Europa te moeten aanvatten. Anderzijds kan Europa een beter zicht en meer vat krijgen op de vluchtelingenstroom, waardoor het een beleid op maat kan implementeren en een eerlijk en rechtvaardig spreidingsplan kan uitwerken. Op deze manier kunnen vluchtelingen wiens asielaanvraag erkend wordt direct via een veilige route (bijvoorbeeld met het vliegtuig) naar Europa reizen.

Op die manier laat Europa zien aan haar directe en indirecte omgeving dat het haar verantwoordelijk opneemt en zet het haar ambitie om een globale en geloofwaardig partner en actor te worden extra in de verf.

De EU zet voor zichzelf een streefdoel neer betreffende de opvang van vluchtelingen vanuit de asielbureaus en stelt een puntensysteem op dat bepaalt welke vluchtelingen prioriteit krijgen.

Meer info: België en Europa hebben de rijkdom en dus ook de plicht om vluchtelingen te helpen. Dit moet op een kwaliteitsvolle manier gebeuren om vluchtelingen maximale kansen te geven in hun nieuwe leven. 11 Met de mogelijkheid om asiel aan te vragen buiten Europa kunnen veel meer mensen dan nu - onafhankelijk van hun middelen en de risico’s die ze nemen - asiel aanvragen in Europa.

Helaas is de vaststelling dat het niet haalbaar zal zijn om iedereen die asiel aanvraagt op deze manier ook direct op te vangen. Om ervoor te zorgen dat de kwaliteit van de opvang gegarandeerd kan worden, bepaalt het Europese Coördinatie Orgaan samen elk jaar een streefdoel op basis van de situatie in het EU-land (economie, opvangcapaciteit…) en de humanitaire conflicten. Zo kan men kiezen voor een hoger streefdoel tijdens crisissen als de oorlog in Syrië.

Voor Jong Groen spreekt het voor zich dat dit streefdoel best hoog mag liggen voor een land als België.

Als het aantal erkende aanvragen groter is dan de opvangcapaciteit moet er natuurlijk een goed systeem zijn om te bepalen wie voorrang krijgt. In tegenstelling tot andere landen wil Jong Groen niet kiezen voor een systeem waarbij de high-potentials er worden uitgezocht. Jong Groen pleit voor een systeem waarbij een diverse groep mensen kansen krijgt in Europa met voorrang voor degenen die het meeste risico lopen zoals kinderen, holebi’s, mensen die medische verzorging nodig hebben, etc.

De EU investeert zwaar in de opvangkampen rond de asielbureaus. Zowel op vlak van beveiliging (wie daar is moet veilig zijn) als op vlak van onderwijs, huisvesting, voedsel, medische (ook psychische) bijstand. Daarnaast zal ze ook werkgelegenheid creëren.

Verbied en bestraf de eenzijdige sluiting of militarisering van de Europese grenzen door lidstaten zoals Hongarije, die tevens lid zijn van de Schengenzone. Europa moet hier kordaat in optreden.

Meer info: Een beleid van een lidstaat dat eenzijdig de grenzen sluit of militariseert, moet door de EU veroordeeld worden. Europa moet hulp bieden de vluchtelingenproblematiek ter plaatse en een op het supranationale niveau gezamenlijk, uitgedacht en strategisch sterk migratiebeleid implementeren.

Jong Groen wil dat Artikel 9 van de wet van 15 december 1980 gewijzigd wordt. De humanitaire redenen moeten duidelijk omschreven te worden zodat er meer transparantie en duidelijkheid is.

Meer info: Een humanitair visum is een visum van langere duur, dat om "humanitaire redenen" kan aangevraagd worden. Wat die redenen dan zijn, staat niet omschreven in de wetteksten. Momenteel wordt wel rekening gehouden met een band met België en familie/vrienden/kennissen die garant willen staan voor de persoon/personen. Jong Groen wil dat deze redenen omschreven worden zodat er meer transparantie en duidelijkheid is. Dit zowel voor mensen die een dergelijk visum aanvragen als voor de advocaten die hen bijstaan als de rechters die een oordeel moeten vellen. Dit zou partijdigheid deels tegengaan.

Mogelijke humanitaire redenen:

  •         Als de persoon/personen in aanmerking komen voor de humanitaire toelatingsprocedure van UNHCR, dan zou die doorverwezen kunnen worden naar België
  •         Wanneer er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat bij weigering personen die om internationale bescherming verzoeken, zullen worden blootgesteld aan folteringen of onmenselijke of vernederende behandelingen (advies Europees Hof van Justitie)
  •         Oorlogsvluchtelingen die geen asiel wensen aan te vragen maar op zoek zijn naar een tijdelijk veilig onderkomen

Jong Groen wil dat een persoon die aan minstens één van die humanitaire redenen voldoet recht heeft op een visum. Het humanitair visum wordt een recht en geen gunst. Zo vermijden we administratieve willekeur en creëren we duidelijkheid voor kandidaat-vluchtelingen, juristen en overheidsdiensten.

Meer info: Het humanitair visum wordt in België weinig gebruikt. In 2015 kende België 843 humanitaire visa toe op een totaal van 38.990 aanvragen. Het verankeren van het humanitaire visum als een recht heeft nochtans heel wat voordelen. Het zorgt voor humanitaire corridors en het vermijdt discriminatie op basis van vermogen en inkomen. Daarnaast helpt het recht op een humanitair visum om financiële uitbuiting door smokkelaars te vermijden. Nu het aantal conflicten in de wereld toeneemt is een herschrijving van de wettekst een goede zaak.

Jong Groen wil dat er genoeg sociale behuizing georganiseerd wordt zodat iedereen die hiervoor in aanmerking komt op korte termijn een plaats kan worden toegewezen specifiek voor mensen met een precaire verblijfssituatie. Die huisvesting moet door de overheid voorzien en geïmplementeerd worden.

Meer info: Jong Groen is voorstander om deze sociale huisvesting te voorzien, aangezien dat mensen met een precair verblijfssituatie ver buiten de huidige huurmarkt vallen, in slechte huisvesting wonen, slachtoffers worden van huisjesmelkerij, enzovoort. Een ander deel verblijft in asielcentra, waar de levensomstandigheden vaak niet optimaal zijn en waar men geen privacy heeft.

Sociale huisvesting zou hiervoor een oplossing kunnen zijn, want dan moeten nieuwkomers niet onmiddellijk met de private huurmarkt in contact komen. Daardoor is er geen sprake van discriminatie en stigmatisering door de lokale bevolking (toch niet op vlak van de huurmarkt). Bovendien worden particulieren niet onder druk gezet om hun huis of appartement te verhuren aan mensen van wie het inkomen of de verblijfsperiode onzeker is.

Het is aan de overheid om haar verantwoordelijkheid op te nemen binnen deze migratievraagstukken. Deze behuizing zal zowel voorzien worden voor autochtone als voor de allochtone bevolkingsgroepen. Om asielzoekers de kans te geven om een menswaardig bestaan te leiden waarbij deze meer privacy hebben, zullen individuele opvangstructuren gepromoot worden en zal er zo veel mogelijk afgestapt worden van de collectieve opvanginitiatieven.

Daarnaast kan de overheid die huisvesting beter spreiden en ontstaan er zo geen concentraties binnen de steden. De nieuwkomers kunnen zo hun zoektocht naar werk sneller doen verlopen en ze leren de lokale bevolking beter kennen. Het voorziet meer stabiliteit op fysiek en psychologisch vlak en geeft hen meer privacy in een rustige omgeving.

Jong Groen wil dat de wooninspectie een prominentere rol speelt in de strijd tegen discriminatie op de woonmarkt. Dit zowel proactief als reactief. Daarbij krijgt ze specifieke bevoegdheden en wordt ze bijgestaan door experts vanuit het verenigingsleven of ngo’s. Die helpen mee onderzoeksinstrumenten uit te bouwen.

Meer info: De Diversiteitsbarometer Huisvesting, een onderzoek van 2014 door het Centrum voor Gelijkheid van Kansen en voor Racismebestrijding, heeft aangetoond dat discriminatie op de huisvestingsmarkt een realiteit blijft. Wat huisvesting betreft komen deze discriminatiecriteria het vaakst voor: huidskleur, nationale/etnische afstamming, nationaliteit, vermogen, handicap, geloof, taal en leeftijd. De huurder moet elementen kunnen voorleggen waaruit een vermoeden van discriminatie blijkt. Zo kunnen bv. een getuigenis, een geluidsopname, een uitwisseling van e-mails of duidelijke tegenstrijdigheden in het verloop van het huurproces worden aangevoerd. Maar die discriminatie aantonen en bewijzen, is niet zo evident. Zeker en vast niet aangezien die discriminatie vaak indirect is.

Daarom wil Jong Groen een organisatie die zich voornamelijk proactief inzet rond het thema, om discriminatie op de huurmarkt aan te pakken en te voorkomen. Iets wat het Minderhedenforum naar aanleiding van het onderzoek in 2014 eveneens eiste. Een dergelijke organisatie zou aantonen dat de overheid het probleem erkent en een proactief systeem wil implementeren. De wooninspectie werkt al rond het thema wonen dus zijn bevoegdheden zouden kunnen worden uitgebreid tot het tegengaan van discriminatie op de huurmarkt. Maar ook een reactief systeem is van belang, dat mensen/diensten waarbij (meerdere malen) discriminatie is vastgesteld, verbaliseert.

Bovendien wil Jong Groen dat de wooninspectie wordt bijgestaan door mensen met kennis van zaken vanuit het verenigingsleven of bepaalde ngo’s. Die mensen geven bijvoorbeeld advies aan de organisatie rond het opzetten van onderzoeksinstrumenten zoals praktijktesten. Op die manier is er van beide zijden input, zowel op overheidsniveau als vanuit het middenveld.



Jong Groen zet resoluut in op mystery calls en praktijktesten om discriminatie op de huurmarkt in de kiem te smoren.

Meer info: Uit het Grote Woononderzoek van het Steunpunt Wonen (2013) blijkt dat 22% van de verhuurders niet verhuren aan mensen van allochtone afkomst, en dat 36% huurders met een huurwaarborg van het OCMW niet ziet zitten. Discriminatie is in Vlaanderen dus nog steeds dagelijkse kost. Maar vaak blijft discriminatie onder de oppervlakte. Dat is problematisch want huurders weigeren op basis van hun afkomst, huidskleur of leeftijd is een misdrijf.

Mystery calls en praktijktesten kunnen bevestigen of ontkennen wat een potentieel huurder vermoedt. Ze zijn de enige manier om discriminatie zwart op wit vast te stellen. De testen zorgen immers voor onbetwistbare cijfers. Ze vormen het ultieme middel om vast te stellen of iemand de wet overtreedt. Want wie discrimineert, begeeft zich buiten de wet en moet worden gesanctioneerd. Bijgevolg moet er een juridisch kader komen om iets te doen met de resultaten van praktijktesten.

Voor de uitwerking van mystery calls en praktijktesten baseert Jong Groen zich op een Gents initiatief. Gent startte in oktober 2016 met systematische praktijktesten op de huurmarkt. Tweemaal wordt, door vrijwilligers, geïnformeerd of een huurpand nog beschikbaar is: eenmaal door een huurder met een uitheemse naam en eenmaal door een kandidaat met een Vlaamse naam. Als de eerste kandidaat te horen krijgt dat het pand al verhuurd is terwijl daarna aan de tweede wordt meegedeeld dat het nog vrij is, is er sprake van discriminatie.

Jong Groen pleit voor een actieve inventarisatie van leegstaande gebouwen die potentieel bieden voor tijdelijke kwaliteitsvolle opvang van vluchtelingen. Deze gebouwen doen dienst als reserve voor huisvesting.

Meer info: In bepaalde piekperiodes kan tijdelijke huisvesting noodzakelijk zijn. Leegstaande woningen en kantoren kunnen mogelijk dienst doen als tijdelijke huisvesting voor vluchtelingen.

Er moet een duidelijke uitzondering zijn voor bepaalde vluchtelingen op volgend criterium van de sociale huisvestingsmaatschappij: “U mag geen woning of bouwgrond in volle eigendom of volledig in vruchtgebruik hebben, in het binnen- of buitenland, op het ogenblik van de inschrijving”. Vluchtelingen die in de onmogelijkheid verkeren om vruchten van hun eigendom te verkrijgen of om naar die omgeving terug te keren moeten de mogelijkheid hebben om een sociale woning te huren.

Men moet werk maken van de uitbouw van gemeenschaps- en cultuurcentra die zich er specifiek op richten de migranten en de autochtone Belgen met elkaar in contact te brengen. Dit zal de wederzijdse verdraagzaamheid en het begrip vergroten. Daarnaast zullen de migranten belangrijke vaardigheden uit dit interpersoonlijke contact halen: de taal wordt vlotter aangeleerd, men bouwt een sociaal netwerk op, de integratie verloopt vlotter, enzovoort.

Jong Groen pleit voor een betere bescherming van migranten op de arbeidsmarkt. De bevoegde overheden moeten het Arbeidsmigrantenverdrag ondertekenen, werknemers zonder wettig verblijf tegen malafide werkgevers beschermen en praktijktesten organiseren om discriminatie tegen te gaan.

Meer info: Migranten verdienen een goed mensenrechtenkader. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft al aangedrongen bij de EU-lidstaten op de ondertekening van dit verdrag. Voor België zijn er bovendien geen echte belemmeringen om dit verdrag te ondertekenen.

Ook werknemers zonder wettig verblijf hebben recht op mensenrechtenbeschermingen. Ze worden vaak uitgebuit, loondiefstal is een courante praktijk en door hun precair statuut worden ze zelden beschermd. Om deze malafide praktijken van werkgevers een halt toe te roepen moeten er meer en strengere controles plaatsvinden.

Ten slotte worden migranten vaak gediscrimineerd op basis van hun achtergrond. Dit terwijl het vinden van een goede job enorm belangrijk is voor hun integratie. Intentieverklaringen en goede bedoelingen volstaan niet. De migranten hebben nood aan duidelijke regels die hen beschermen bij een sollicitatie.

Volgens Jong Groen moeten asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf beter ondersteund worden bij de toegang tot de arbeidsmarkt.

Jong Groen pleit voor een kosteloze verblijfsprocedure.

Jong Groen pleit voor gratis rechtshulp (bijvoorbeeld met behulp van een pro-deo advocaat) bij een verblijfsprocedure.

Meer info: De kosteloze toegang en rechtshulp bij een verblijfsprocedure is logisch. De asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf hebben nog geen inkomsten kunnen verwerven in België. Zonder een verblijfsvergunning kunnen ze bovendien niet actief zijn op de arbeidsmarkt.

Asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf moeten de mogelijkheid hebben om laagdrempelig een bankrekening te openen.

Meer info: Een bankrekening laat asielzoekers toe om hun bestaansmiddelen veilig te houden, veilig en efficiënter geldtransfers te doen en het geld dat ze ten onrechte niet kregen, te recupereren.

Jong Groen pleit voor een wettelijk kader dat het voor asielzoekers mogelijk maakt om tijdens hun procedure te werken (cfr studentenwetgeving).

Asielzoekers moeten niet alleen materiële, maar ook financiële steun krijgen.

Meer info: Asielzoekers te lang ‘in materiële steun houden’ maakt hen afhankelijk, verhindert hun integratie en is voor velen psychologisch zwaar. Na één jaar materiële steun, moeten ze financiële steun krijgen zodat ze autonoom hun leven kunnen inrichten. Bij de overgang van de materiële steun naar de financiële steun bij het OCMW moeten asielzoekers beter worden begeleid.

Jong Groen pleit voor de uitwerking van een wettelijk kader voor vrijwilligerswerk voor mensen zonder wettig verblijf.

Meer info: Vrijwilligerswerk kan een belangrijke tussenschakel zijn bij de integratie van migranten in de samenleving. Voor migranten is het bovendien een leerschool waar ze netwerken kunnen opbouwen en interessante ervaringen kunnen opdoen. De sociale inspectie moet evenwel de mogelijke misbruiken controleren.

Een van de beste manieren om jezelf te engageren in een samenleving, is werk. Helaas is het tijdens de eerste 4 maanden van een asielprocedure onmogelijk om werk te verrichten, en ook na een erkenning als vluchteling is werk vinden een moeilijke stap. Daarom pleiten we enerzijds voor het inkorten van deze periode en anderzijds voor meer begeleiding naar de arbeidsmarkt na een erkenning als vluchteling.

Migranten moeten na hun erkenning beter ondersteund worden in het ondernemerschap. Er zijn namelijk veel migranten die zeer ondernemingsgezind zijn en hier belemmerd worden in hun ondernemerschap omdat ze de taal onvoldoende beheersen of niet de kennis hebben over de rechtsregels die verbonden zijn aan de opstart en het runnen van een eigen zaak.

Jong Groen pleit ervoor dat volwassen nieuwkomers ook recht hebben op een gelijkaardig onderwijssysteem als OKAN.

Meer info: Op dit moment krijgen volwassenen een beperkt aantal uur Nederlands tijdens hun inburgeringscursus op voorwaarde dat ze een verblijfsvergunning hebben gekregen. Toen de regering werd geconfronteerd met problemen rond de wachtlijsten kozen ze ervoor om mensen zonder verblijfsvergunning het recht op onderwijs te ontzeggen. Als migranten pas Nederlands mogen leren als ze een verblijfsvergunning hebben kunnen ze pas veel later beginnen met werken. Dat komt dan weer neer op een OCMW-steun en een hogere maatschappelijke kost. Het is zelfs zo dat als volwassenen thuis Nederlands spreken met hun kinderen maar dit minder goed kunnen dan hun kinderen, ze hun niveau naar beneden halen door hen fouten aan te leren.

Daarentegen kan het gelijk beginnen met Nederlands leren een positieve rol spelen op vele vlakken: maatschappelijke integratie, sociale contacten, werk vinden, zelfontplooiing, contact met en je thuis voelen in de bredere samenleving etc. Daarom pleit Jong Groen voor het openen van OKAN-scholen voor volwassenen. Dit moet over heel Vlaanderen gebeuren en niet alleen beschikbaar zijn voor mensen met een verblijfsvergunning. Het leerpakket moet extensief zijn en moet niet alleen de basis dekken. Laat daarnaast volwassen migranten tijdens hun opleiding een betaalde stage doen. Op die manier komen ze reeds tijdens de opleiding in aanraking met het werkveld en hebben ze al een inkomen.

 

Jong Groen wil minderjarige vluchtelingen perspectief bieden door hen het recht te geven hun schoolloopbaan af te maken in België ook als zij (nog) geen verblijfsvergunning hebben gekregen. Ook de gezinnen van de schoolgaande kinderen hebben het recht in België te blijven tot de kinderen hun schoolloopbaan afgemaakt hebben.

Meer info: Jongeren die (nog) geen verblijfsvergunning hebben verkregen en 18 worden, verliezen hun recht op onderwijs en hebben dus niet de kans om hun opleiding af te maken. Het is belangrijk voor het welzijn en de persoonlijke ontwikkeling van de jongeren dat ze een zekerheid hebben die hen toekomstperspectief biedt, ook als de jongeren terug moeten keren naar hun land. De kans is groot dat zij op hun 18 jaar, grotendeels door hun taalachterstand, nog niet hun diploma van het secundair onderwijs hebben behaald. Een diploma kan ervoor zorgen dat zij beter gewapend zijn bij hun terugkeer.

Op dit moment worden de jongeren geval per geval beoordeeld, en ondanks het belang van het bestuderen van iedere case en specifiek hiervoor een oplossing te zoeken, is het belangrijk dat niet enkel de zeer gemotiveerde, goede studenten deze kans krijgen. Vaak hebben de meest getraumatiseerde kinderen die mogelijks probleemgedrag op school vertonen het meeste nood aan een basis, ook al hebben zij hier meer tijd voor nodig. Een basis waarborgen door jongeren de kans te geven om hun diploma te behalen waarna de situatie van de jongere individueel bekeken kan worden lijkt de meest duurzame oplossing.

Jong Groen pleit ervoor om migranten taallessen te laten krijgen in hun eigen taal.

Meer info: Het is bewezen dat men vlotter andere talen aanleert als men een betere kennis heeft van de eigen moedertaal. Hun Nederlands zal dankzij de taallessen van de moedertaal dus ook verbeteren.

Jong Groen wil stabiliteit creëren voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen door disciplinaire transfers af te schaffen.

Meer info: Jongeren die verblijven in asielcentra, kunnen een disciplinaire transfer krijgen wanneer zij gesanctioneerd worden. Dit zorgt voor situaties waarbij de jongere van de ene dag op de andere met een kaart en een ticket op straat wordt gezet met een adres aan de andere kant van het land, dit zonder afscheid te kunnen nemen van zijn omgeving. De enige stabiliteit die zij hebben is een voogd, de juridische vertegenwoordiger van een jongere. Maar bij deze disciplinaire transfer wordt men als voogd buitenspel gezet, de transfers gebeuren zonder rekening te houden met de geografische ligging en vaak zonder de voogden op voorhand op de hoogte te brengen. Jongeren de stabiliteit geven door hen in hetzelfde asielcentrum te laten verblijven, is een minimum. Sancties zijn nodig, maar dienen opgelost te worden binnen het centrum, door met de jongeren zelf in dialoog te gaan.

Jong Groen pleit voor een warme opvang van niet-begeleide minderjarigen door kleinschalige organisaties aan te moedigen en op die manier het hospitalisatie-effect te voorkomen.

Meer info: Bij een belevingsonderzoek vanuit de Universiteit van Gent gaven niet-begeleide minderjarigen die verblijven in asielcentra aan dat ze zich vaak vervelen, een context die vergelijkbaar is met hospitalisatie. Het gebrek aan privacy en persoonlijke ruimte vormt eveneens een groot probleem, dit levert veel stress op en leidt op langere termijn ook tot medische klachten en een vertraging van hun verwerkingsproces van traumatische ervaringen. Het samenleven met andere bewoners zorgt ook voor conflicten en discriminatie. Daarnaast verliezen bewoners in asielcentra hun gevoel van autonomie omdat ze voor de meeste zaken afhankelijk zijn van anderen.

Bijvoorbeeld Minor Ndako, de organisatie die in de kijker stond op de bezoekdag van Jong Groen, wil een warm nest bieden aan niet-begeleide minderjarige vluchtelingen. Zij richten zich op de maatschappelijke inclusie van kinderen en jongeren en bieden hen bijvoorbeeld de mogelijkheid om op zeventienjarige leeftijd ondersteund te worden in begeleid zelfstandig wonen, zo bevorderen zij eveneens autonomie voor deze jongeren. Deze organisatie probeert een optimale omgeving te bieden voor de ontwikkeling van zeer kwetsbare kinderen en jongeren. Jammer genoeg zijn de plaatsen beperkt, zij hebben reeds een wachtlijst van een jaar, waardoor weinig jongeren uiteindelijk in organisaties als deze terecht komen. De ondersteuning van zulke organisaties, zodat er op lange termijn meer en meer kleinschalige organisaties ontstaan, zou een grote stap vooruit zijn in het begeleiden van deze kinderen en jongeren. Ook jeugdwerk kan hier een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld ‘Wereldspelers’ van de Ambrassade.

Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige migranten zijn in de EU een wijdverspreid en wellicht onder gerapporteerd probleem dat op alle beleidsniveaus de allerhoogste prioriteit verdient. Het probleem moet in kaart gebracht worden en aanbevelingen van expertisecentra moeten nauwgezet worden opgevolgd.

Meer info: Volgens Europol zijn minstens 10.000 minderjarige vluchtelingen vermist geraakt na hun aankomst in Europa. Volgens Missing Children Europe (MCE), een organisatie waarvan ook het Belgische Child Focus deel uitmaakt, vinden de verdwijningen plaats op een ogenblik dat de kinderen reeds aan een begeleider of 'shelter' zijn toegewezen. MCE vermoedt bovendien dat het om een sterk onder gerapporteerd probleem gaat. De organisatie doet onderzoek naar de kwestie en probeert aanbevelingen te formuleren over hoe dit te voorkomen.

Jong Groen vraagt dat dit probleem in kaart gebracht wordt en op alle beleidsniveaus de hoogste prioriteit krijgt. Aanbevelingen van expertisecentra moeten ter harte worden genomen en nauwgezet worden opgevolgd. Politici en media hebben een verantwoordelijkheid om de bevolking bewust te maken van deze diep tragische kwestie.

Jong Groen eist dat zowel kinderen, jongeren en meerderjarigen, zonder wettig verblijf, niet opgesloten mogen worden in gesloten centra voor ze gerepatrieerd worden. In plaats daarvan worden zij, op het moment dat de beslissing valt dat zij terug moeten keren naar land van herkomst, opgevangen in halfopen of open centra.

Meer info: Op dit moment is het zo dat wanneer een gezin uitgeprocedeerd is en gedwongen wordt om terug te keren naar land van herkomst, de kinderen en minderjarige jongeren samen met hun ouders of meerderjarige voogden opgesloten worden in de gesloten centra. De rechten van het kind worden hierbij geschonden. Niet alleen worden zij op die manier slachtoffer van het migratiebeleid, zo wordt ook hun kans ontnomen om naar school te gaan (wat eveneens een basisrecht is), maar ook om deel te nemen aan sociale activiteiten of vrijetijdsbeleving. Kinderen en jongeren zouden tot op het moment dat zij samen met hun gezin gerepatrieerd worden het recht moeten hebben om naar school te gaan, aan vrijetijdsbeleving te doen, en bezoek moeten kunnen krijgen van vrienden of familie.

De procedure waarbij mensen opgesloten worden in gesloten centra, vooraleer ze gerepatrieerd worden is een grove schending van de rechten van de mens, ongeacht de leeftijd van de persoon zonder wettige verblijfsvergunning. Wij pleiten voor het afschaffen van deze gesloten centra. Zo moeten gezinnen met kinderen ook niet van elkaar gescheiden worden, met betrekking tot het beschermen van de rechten van het kind.

Alternatieven zijn open of halfopen centra, waar mensen zich vrij mogen verplaatsen (op bepaalde tijdstippen), maar ook recht hebben op bezoek op al dan niet vaste tijdstippen.

Jong Groen pleit voor kwalitatieve en menswaardige omstandigheden in zowel gesloten, halfopen als open centra, en dit voor zowel kinderen en jongeren als meerderjarige bewoners.

Meer info: Ondanks onze uitdrukkelijke voorkeur voor open centra, pleiten we er toch voor om, ongeacht het soort centra waarin mensen zonder wettig verblijf worden opgevangen, te zorgen voor menswaardige omstandigheden. Dit geldt dus ook voor de gesloten centra zolang deze nog niet zijn afgeschaft. Dit houdt in dat zij toegang hebben tot psychologische en medische bijstand, vrije doktersconsultaties, een aangepaste zorg, mogelijkheid tot aangepaste en zinvolle tijdsbesteding, een garantie op veiligheid en ondersteuning, maar ook een transparant beleid. Dit zouden allemaal rechten moeten zijn, geen gunsten.

Jong Groen wil dat niet-begeleide minderjarigen niet in de illegaliteit terecht komen, maar de mogelijkheid krijgen om hier wettig te verblijven en om zo te werken aan een constructieve toekomst.

Meer info: Niet-begeleide minderjarigen die niet erkend zijn als asielzoeker of vluchteling, krijgen vanaf 18 jaar het statuut als persoon zonder wettig verblijf en kunnen dus plots van de ene dag op de andere illegaal worden. Dit is vaak jammer en onlogisch, want sommigen onder deze jongeren verblijven hier al meerdere jaren, soms van heel jongs af aan. Ze zijn hier dan opgegroeid en gevormd door onze maatschappij. Hun het land uitsturen of hun naar het herkomstland terugsturen is verre van constructief. Vooral omdat er zoveel in hun jeugd en onderwijs geïnvesteerd is en zij misschien geen voeling meer hebben met de taal en/of cultuur van hun land van herkomst.

Jong Groen wil ijveren voor een procedure waarbij de niet-begeleide minderjarige een tijdelijk en/of langdurig wettig verblijf kan bekomen. Wij geloven dat er andere mogelijkheden zouden moeten bestaan voor deze jongeren dan ze uit het land te sturen. Verschillende procedures zouden moeten geïmplementeerd worden om de individuele slaagkansen in de toekomst te vergroten. Bijvoorbeeld dat zij de Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen volgens een aantal voorwaarden (bv. min 3 jaar schoolgaand). Wij pleiten hiervoor zodat deze minderjarigen op een constructieve manier hun eigen toekomst kunnen vormgeven. En vervolgens zelf kunnen beslissen om terug te keren naar het thuisland of door te migreren of hier te blijven en te werken met hun diploma.

De procedure bij de dienst vreemdelingenzaken om erkenning te krijgen moeten transparant, snel en duidelijk zijn, zodat illegaliteit in principe vermeden wordt. Mensen zonder papieren hebben het recht op een menswaardig bestaan zoals bepaald in het EU-verdrag rechten van de mens.

Jong Groen pleit voor nationaal vreemdelingenstemrecht.

Meer info: Mensen die de Belgische nationaliteit niet bezitten hebben vandaag enkel stemrecht tijdens de gemeentelijke verkiezingen. Daarnaast kunnen ze geen uitvoerende functie (schepen, gedeputeerde, burgemeester, minister, ...) bekleden. Dit is onrechtvaardig. Voor Jong Groen betekent bijdragen aan de samenleving ook vertegenwoordigt worden. Taxation is representation!

Jong Groen pleit ervoor om de opkomstplicht op elk niveau ook in te voeren voor mensen zonder de Belgische nationaliteit.

Jong Groen pleit ervoor om het registratiesysteem af te schaffen. De opkomstplicht voor mensen zonder de Belgische nationaliteit is automatisch zoals die van Belgen.

Mensen zonder Belgische nationaliteit mogen een uitvoerende functie bekleden.

Meer info? De volledige congrestekst over “Migratie” vind je hier.

Reacties

Please check your e-mail for a link to activate your account.
#detoekomstisvanons