De weg naar vrijheid?
VISIETEKST
Het migratiedebat in België – en bij uitbreiding Europa – zorgt vandaag voor ophef en polarisatie. Het geeft de politieke mandatarissen stof tot nadenken en het accentueert de nood voor het (her)uitwerken van een geschikt beleid op alle niveaus dat verder reikt dan nu. Migratie kan een verrijking zijn voor ons allen: politiek, sociaal en economisch. Maar als we dit heet hangijzer niet aanpakken, dan worden de menselijke drama's en maatschappelijke ellende enkel groter.
Hoewel we met een intern, opbouwend beleid al veel kunnen veranderen, moet er parallel een standvastig en daadkrachtig extern beleid lopen. We mogen nooit of te nimmer de oorzaken – oorlogen, falende ecosystemen, natuurrampen, schending van de mensenrechten, economische problemen, arbeid, studies… – van de verschillende en diverse migratiestromen onder stoelen of banken steken. Europa moet zich engageren om de kern van het probleem aan te pakken, via diplomatieke kanalen en sociaaleconomische ontwikkelingssamenwerking. Mensen vluchten meestal niet vrijwillig, maar vanwege onleefbare situaties in eigen land. De Europese Unie kan deze landen logistieke en humanitaire hulp aanbieden, om zo haar globale rol op te nemen.
Het Belgisch en Europees migratie- en buitenlands beleid moet erop gericht zijn om de mensen weer hoop en toekomst te bieden. Dit gebeurt niet door muren te bouwen en onzinnig lange onzekere procedures te creëren. Een daadkrachtig, menswaardig en snel migratiebeleid geeft mensen in een uitzichtloze situatie opnieuw de toekomstkansen die hen in hun land van herkomst zijn ontnomen. Daarom pleiten we met Jong Groen voor betere begeleiding van migranten en vluchtelingen en voor een Europese variant van de “Green Card” (een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd die wordt uitgedeeld in de Verenigde Staten). Mensen moeten in veilige omstandigheden worden opgevangen en ook de routes naar het Europese grondgebied moeten veilig worden gemaakt.
Wie hier is moet ook alle kansen krijgen om zich zo goed mogelijk te vestigen in onze maatschappij. Daarom moeten migranten en vluchtelingen bijvoorbeeld gratis rechtshulp krijgen bij een verblijfsprocedure, moeten ze laagdrempelig een bankrekening kunnen openen, moet er een onderwijssysteem voor nieuwkomers worden opgezet en moet er werk worden gemaakt van een wettelijk kader voor regularisatie.
STANDPUNTEN BINNEN HET THEMA "MIGRATIE"
Standpunt 1: Ontheemden door weerfenomenen of klimaatverandering kunnen niet rekenen op een juridisch statuut van vluchteling onder de Conventie van Genève betreffende de Status van Vluchtelingen (1951). Wij pleiten voor de erkenning van klimaatverandering als oorzaak en reden om te vluchten.
Meer info: In de Conventie van Genève betreffende de Status van Vluchtelingen (1951) zijn weerfenomenen of klimaatverandering niet opgenomen als redenen om te vluchten, waardoor een ‘klimaatvluchteling’ juridisch gezien niet bestaat.
Het is niet nodig de Conventie van Genève aan te passen. Reeds bestaande initiatieven, meer specifiek het ‘Nansen Initiative’ en de daaruit volgende Protection Agenda for Cross-Border Displacement in the Context of Disasters and Climate Change, zetten al krijtlijnen uit voor de bescherming en bijstand van ontheemden over grenzen heen als gevolg van rampen en klimaatveranderingen. Dat akkoord werd in 2015 bekrachtigd door 100 landen waaronder België. Concrete actie blijft echter uit. We pleiten er dan ook voor om de bepalingen in de Protection Agenda for Cross-Border Displacement effectief en beter toe te passen.
Standpunt 2: We pleiten ervoor klimaatontheemden en –vluchtelingen beter te begeleiden, zowel de mensen die zich binnen een land verplaatsen als over de landsgrenzen heen.
Meer info: We pleiten voor een ambitieuze houding in de onderhandelingen over het Warschau International Mechanism for Loss and Damage associated with Climate Change Impacts (WIM) en meer specifiek de uitwerking van de Task Force voor klimaatontheemding. Bestaande initiatieven en organisaties met expertise over het thema zoals de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) en het Nansen Initiative moeten betrokken worden in de besprekingen rond de Task Force.
Concreet moet er gewerkt worden aan transparante, legale en veilige toegangswegen voor migratie zoals vastgelegd in de 2030 Agenda voor Duurzame Ontwikkeling. Daarnaast moeten de capaciteiten van lokale overheden versterkt worden om beter om te gaan met interne ontheemding. Tot slot pleiten we ervoor projecten van internationale organisaties die lokale overheden bijstaan in getroffen gebieden te ondersteunen.
Standpunt 3: Het budget voor de Belgische officiële ontwikkelingshulp (ODA) moet de komende jaren toenemen in plaats van afnemen. Het is de bedoeling om zo in afzienbare tijd de VN-norm te behalen.
Meer info: Deze norm schrijft voor dat 0,7% van het BNI (van industrielanden) geïnvesteerd moet worden in ontwikkelingssamenwerking. Het ODA hoort enkel ingezet te worden voor conflictpreventie en -resolutie, humanitaire hulp, de heropbouw van de gebieden getroffen door conflict en de opbouw van de rechtsstatelijke samenleving; en niet om vluchtelingen in ons land op te vangen.
Standpunt 4: Jong Groen pleit voor de Europese variant van een “Green Card”.
Meer info: Grenzen zijn één van de grootste discriminaties die er bestaan. Economische motivaties zijn vandaag geen reden om een erkenning te krijgen. Jong Groen vindt dat dit wel moet kunnen en dat er ieder jaar een aantal verblijfsvergunningen kunnen uitgedeeld worden voor mensen die een beter bestaan willen opbouwen. Dit systeem kan er ook voor zorgen dat er minder mensen de gevaarlijke oversteek maken en mensen met economische motivaties op legale wijze hier kansen krijgen op onze arbeidsmarkt.
Standpunt 5: Het Dublin Verdrag moet vervangen worden door een effectief Europees migratiebeleid dat van toepassing is op alle lidstaten. Europa moet de ongelijke verdeling van migratie aanpakken door meer logistieke en financiële steun aan deze landen aan te bieden en komaf te maken met het principe dat vluchtelingen asiel moeten aanvragen bij het eerste land van aankomst. Daarnaast moet er een eerlijk en solidair verdelingssysteem tussen de Europese lidstaten komen.
Meer info: Het huidige systeem leidt ertoe dat landen aan de buitengrenzen van Europa een veel grotere instroom aan mensen hebben dan zij (administratief) kunnen verwerken. De vluchtelingen worden momenteel niet naar behoren op de hoogte gesteld waar ze asiel moeten aanvragen en hoe ze dit moeten doen. Ze tasten zeer vaak in het duister. Dit leidt er vaak toe dat ze dan in een situatie van onwettig verblijf belanden of met mensensmokkelaars doorreizen.
Tevens moeten we ervoor zorgen dat mensen in Europa in een land terechtkomen waar hun mensenrechten voluit worden gerespecteerd. Daarom dienen ze geen asielaanvraag in te dienen in het land waar ze als eerste toekomen. Zo zouden leden van de LGBTQIA+ gemeenschap bijvoorbeeld niet op een fatsoenlijke manier kunnen leven in een land als Hongarije. Er is nood aan een analyse van de persoonlijke noden van de vluchtelingen om er zo voor te zorgen dat ze op een veilige manier kunnen worden opgevangen.
Een effectief Europees migratiebeleid, dat van toepassing is op alle Europese lidstaten, zou het verloop van asielaanvragen reeds vergemakkelijken en eerlijker maken. Het Dublin Verdrag en de Dublinverordening III vertonen nog te veel hiaten om de migratiekwestie efficiënt en effectief aan te pakken en in goede banen te leiden.
Standpunt 6: Enerzijds pleit Jong Groen voor meer investering in veilige en legale routes naar Europa. Anderzijds pleiten we ook voor meer investeringen in hervestiging.
Meer info: Om dit te verwezenlijken dient de EU verordening van 2001 waarbij luchtvaartmaatschappijen aansprakelijk worden gesteld als een passagier zonder geldig visum naar Europa komt afgeschaft te worden. Door deze verordening zijn de migratieroutes immers gevaarlijker geworden. Naast deze specifieke verordening dienen ook alle andere verordeningen die ervoor zorgen dat migratieroutes gevaarlijker worden, afgeschaft te worden.
Standpunt 7: Jong Groen wil dat een persoon die aan minstens één van de humanitaire redenen voldoet recht heeft op een visum. Het humanitair visum wordt een recht en geen gunst. Zo vermijden we administratieve willekeur en creëren we duidelijkheid voor kandidaat-vluchtelingen, juristen en overheidsdiensten.
Meer info: Het humanitair visum wordt in België weinig gebruikt. In 2015 kende België 843 humanitaire visa toe op een totaal van 38.990 aanvragen. Het verankeren van het humanitaire visum als een recht heeft nochtans heel wat voordelen. Het zorgt voor humanitaire corridors en het vermijdt discriminatie op basis van vermogen en inkomen. Daarnaast helpt het recht op een humanitair visum om financiële uitbuiting door smokkelaars te vermijden. Nu het aantal conflicten in de wereld toeneemt is een herschrijving van de wettekst een goede zaak.
Jong Groen wil tevens dat Artikel 9 van de wet van 15 december 1980 gewijzigd wordt. De humanitaire redenen moeten duidelijk omschreven worden zodat er meer transparantie en duidelijkheid is. Een humanitair visum is een visum van langere duur, dat om "humanitaire redenen" kan aangevraagd worden. Wat die redenen dan zijn, staat niet omschreven in de wetteksten. Momenteel wordt wel rekening gehouden met een band met België en familie/vrienden/kennissen die garant willen staan voor de persoon/personen. Jong Groen wil dat deze redenen omschreven worden zodat er meer transparantie en duidelijkheid is. Dit zowel voor mensen die een dergelijk visum aanvragen als voor de advocaten die hen bijstaan als de rechters die een oordeel moeten vellen. Dit zou partijdigheid deels tegengaan.
Mogelijke humanitaire redenen:
- Als de persoon/personen in aanmerking komen voor de humanitaire toelatingsprocedure van UNHCR, dan zou die doorverwezen kunnen worden naar België.
- Wanneer er zwaarwegende gronden bestaan om aan te nemen dat bij weigering personen die om internationale bescherming verzoeken, zullen worden blootgesteld aan folteringen of onmenselijke of vernederende behandelingen (advies Europees Hof van Justitie).
- Oorlogsvluchtelingen die geen asiel wensen aan te vragen maar op zoek zijn naar een tijdelijk veilig onderkomen.
Standpunt 8: Jong Groen pleit voor een kleinschalige opvang tijdens de verwerking van de asielaanvraag. Na hun erkenning kunnen ze dan doorstromen naar sociale huisvesting voor erkende vluchtelingen om zo op termijn eventueel naar de private huurmarkt te kunnen stappen. Heel belangrijk daarbij is dat het OCMW financiële ondersteuning biedt tijdens het proces.
Meer info: Jong Groen is voorstander om deze sociale huisvesting te voorzien, aangezien mensen met een precaire verblijfssituatie vaak ver buiten de huidige huurmarkt vallen, in slechte huisvesting wonen, slachtoffers worden van huisjesmelkerij, enzovoort. Een ander deel verblijft in asielcentra, waar de levensomstandigheden vaak niet optimaal zijn en waar men geen privacy heeft.
Sociale huisvesting zou hiervoor een oplossing kunnen zijn, want dan moeten nieuwkomers niet onmiddellijk met de private huurmarkt in contact komen. Daardoor is er geen sprake van discriminatie en stigmatisering door de lokale bevolking (toch niet op vlak van de huurmarkt). Bovendien worden particulieren niet onder druk gezet om hun huis of appartement te verhuren aan mensen van wie het inkomen of de verblijfsperiode onzeker is.
Dit is uiterst belangrijk voor kwetsbare groepen zoals niet-begeleide minderjarigen, mensen die misbruikt of mishandeld werden, mensen van de LGBTQIA+ gemeenschap… Bij een belevingsonderzoek vanuit de Universiteit van Gent gaven niet-begeleide minderjarigen die verblijven in asielcentra aan dat ze zich vaak vervelen, een context die vergelijkbaar is met hospitalisatie. Het gebrek aan privacy en persoonlijke ruimte vormt eveneens een groot probleem, dit levert veel stress op en leidt op langere termijn ook tot medische klachten en een vertraging van hun verwerkingsproces van traumatische ervaringen. Het samenleven met andere bewoners zorgt ook voor conflicten en discriminatie. Daarnaast verliezen bewoners in asielcentra hun gevoel van autonomie omdat ze voor de meeste zaken afhankelijk zijn van anderen.
Standpunt 9: Jong Groen pleit voor een flexibel opvangnetwerk om in te spelen op fluctuerende omstandigheden door onder andere bufferplaatsen te voorzien.
Standpunt 10: Men moet werk maken van de uitbouw van gemeenschaps- en cultuurcentra die zich er specifiek op richten de migranten en de autochtone Belgen met elkaar in contact te brengen. Dit zal de wederzijdse verdraagzaamheid en het begrip vergroten. Daarnaast zullen de migranten belangrijke vaardigheden uit dit interpersoonlijke contact halen: de taal wordt vlotter aangeleerd, men bouwt een sociaal netwerk op, de integratie verloopt vlotter, enzovoort.
Standpunt 11: Jong Groen pleit voor een betere ondersteuning van migranten en mensen zonder wettig verblijf bij de toegang tot de betaalde en onbetaalde arbeidsmarkt.
Meer info: Migranten verdienen een goed mensenrechtenkader. Het Europees Economisch en Sociaal Comité heeft al aangedrongen bij de EU-lidstaten op de ondertekening van dit verdrag. Voor België zijn er bovendien geen echte belemmeringen om dit verdrag te ondertekenen.
Ook werknemers zonder wettig verblijf hebben recht op mensenrechtenbeschermingen. Ze worden vaak uitgebuit, loondiefstal is een courante praktijk en door hun precair statuut worden ze zelden beschermd. Om deze malafide praktijken van werkgevers een halt toe te roepen moeten er meer en strengere controles plaatsvinden.
Ten slotte worden migranten vaak gediscrimineerd op basis van hun achtergrond. Dit terwijl het vinden van een goede job enorm belangrijk is voor hun integratie. Intentieverklaringen en goede bedoelingen volstaan niet. De migranten hebben nood aan duidelijke regels die hen beschermen bij een sollicitatie.
Standpunt 12: Jong Groen pleit voor gratis rechtshulp (bijvoorbeeld met behulp van een pro-deo advocaat) bij een verblijfsprocedure.
Meer info: De kosteloze toegang en rechtshulp bij een verblijfsprocedure is logisch. De asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf hebben nog geen inkomsten kunnen verwerven in België. Zonder een verblijfsvergunning kunnen ze bovendien niet actief zijn op de arbeidsmarkt.
Standpunt 13: Asielzoekers en mensen zonder wettig verblijf moeten de mogelijkheid hebben om laagdrempelig een bankrekening te openen.
Meer info: Een bankrekening laat asielzoekers toe om hun bestaansmiddelen veilig te houden, veilig en efficiënter geldtransfers te doen en het geld dat ze ten onrechte niet kregen, te recupereren.
Standpunt 14: Jong Groen pleit voor de uitwerking van een wettelijk kader voor de regularisatie van mensen zonder wettig verblijf, op basis van bepaalde criteria.
Standpunt 15: Migranten moeten na hun erkenning beter ondersteund worden in het ondernemerschap. Er zijn namelijk veel migranten die zeer ondernemingsgezind zijn en hier belemmerd worden in hun ondernemerschap omdat ze de taal onvoldoende beheersen of niet de kennis hebben over de rechtsregels die verbonden zijn aan de opstart en het runnen van een eigen zaak. Jong Groen pleit voor een startkapitaal voor migranten als ondersteuning in hun ondernemerschap of hun verdere opleidingen.
Standpunt 16: Jong Groen pleit ervoor dat volwassen nieuwkomers ook recht hebben op een gelijkaardig onderwijssysteem als OKAN.
Meer info: Op dit moment krijgen volwassenen een beperkt aantal uur Nederlands tijdens hun inburgeringscursus op voorwaarde dat ze een verblijfsvergunning hebben gekregen. Toen de regering werd geconfronteerd met problemen rond de wachtlijsten kozen ze ervoor om mensen zonder verblijfsvergunning het recht op onderwijs te ontzeggen. Als migranten pas Nederlands mogen leren als ze een verblijfsvergunning hebben kunnen ze pas veel later beginnen met werken. Dat komt dan weer neer op een OCMW-steun en een hogere maatschappelijke kost. Het is zelfs zo dat als volwassenen thuis Nederlands spreken met hun kinderen maar dit minder goed kunnen dan hun kinderen, ze hun niveau naar beneden halen door hen fouten aan te leren.
Daarentegen kan het onmiddellijk beginnen met Nederlands leren een positieve rol spelen op vele vlakken: maatschappelijke integratie, sociale contacten, werk vinden, zelfontplooiing, contact met en je thuis voelen in de bredere samenleving etc. Daarom pleit Jong Groen voor het openen van OKAN-scholen voor volwassenen. Dit moet over heel Vlaanderen gebeuren en niet alleen beschikbaar zijn voor mensen met een verblijfsvergunning. Het leerpakket moet extensief zijn en moet niet alleen de basis dekken. Laat daarnaast volwassen migranten tijdens hun opleiding een betaalde stage doen. Op die manier komen ze reeds tijdens de opleiding in aanraking met het werkveld en hebben ze al een inkomen.
Standpunt 17: Jong Groen wil minderjarige vluchtelingen perspectief bieden door hen het recht te geven hun schoolloopbaan af te maken in België ook als zij (nog) geen verblijfsvergunning hebben gekregen. Ook de gezinnen van de schoolgaande kinderen hebben het recht in België te blijven tot de kinderen hun schoolloopbaan afgemaakt hebben.
Meer info: Wij pleiten sowieso voor een korte, snelle en duidelijke asielprocedure waarin gezinnen snel te weten komen of ze een vergunning krijgen of niet, waardoor dit standpunt dan zou vervallen. Maar in de situatie waarin we vandaag zitten is het wel nog nodig. Jongeren die (nog) geen verblijfsvergunning hebben verkregen en 18 worden, verliezen hun recht op onderwijs en hebben dus niet de kans om hun opleiding af te maken. Het is belangrijk voor het welzijn en de persoonlijke ontwikkeling van de jongeren dat ze een zekerheid hebben die hen toekomstperspectief biedt, ook als de jongeren terug moeten keren naar hun land. De kans is groot dat ze, wanneer ze 18 worden, grotendeels door hun taalachterstand, nog niet hun diploma van het secundair onderwijs hebben behaald. Een diploma kan ervoor zorgen dat zij beter gewapend zijn bij hun terugkeer.
Op dit moment worden de jongeren geval per geval beoordeeld, en ondanks het belang van het bestuderen van iedere case en specifiek hiervoor een oplossing te zoeken, is het belangrijk dat niet enkel de zeer gemotiveerde, goede studenten deze kans krijgen. Vaak hebben de meest getraumatiseerde kinderen die mogelijks probleemgedrag op school vertonen het meeste nood aan een basis, ook al hebben zij hier meer tijd voor nodig. Een basis waarborgen door jongeren de kans te geven om hun diploma te behalen waarna de situatie van de jongere individueel bekeken kan worden lijkt de meest duurzame oplossing.
Standpunt 18: Jong Groen pleit ervoor om migranten taallessen te laten krijgen in hun eigen taal.
Meer info: Wij zien dit standpunt als een streefdoel en zouden de diaspora en andere migranten meer moeten betrekken in het OKAN-onderwijs als lesgevers, omdat je nieuwe talen vlotter aanleert in je eigen moedertaal.
Standpunt 19: Jong Groen wil stabiliteit creëren voor niet-begeleide minderjarige vluchtelingen door disciplinaire transfers af te schaffen.
Meer info: Jongeren die verblijven in asielcentra, kunnen een disciplinaire transfer krijgen wanneer zij gesanctioneerd worden. Dit zorgt voor situaties waarbij de jongere van de ene dag op de andere met een kaart en een ticket op straat wordt gezet met een adres aan de andere kant van het land, dit zonder afscheid te kunnen nemen van zijn omgeving. De enige stabiliteit die zij hebben is een voogd, de juridische vertegenwoordiger van een jongere. Maar bij deze disciplinaire transfer wordt men als voogd buitenspel gezet, want de transfers gebeuren zonder rekening te houden met de geografische ligging en vaak zonder de voogden op voorhand op de hoogte te brengen. Jongeren de stabiliteit geven door hen in hetzelfde asielcentrum te laten verblijven, is een minimum. Sancties zijn nodig, maar dienen opgelost te worden binnen het centrum, door met de jongeren zelf in dialoog te gaan.
Standpunt 20: Verdwijningen van niet-begeleide minderjarige migranten zijn in de EU een wijdverspreid en wellicht onder gerapporteerd probleem dat op alle beleidsniveaus de allerhoogste prioriteit verdient. Het probleem moet in kaart gebracht worden en aanbevelingen van expertisecentra moeten nauwgezet worden opgevolgd.
Meer info: Volgens Europol zijn minstens 10.000 minderjarige vluchtelingen vermist geraakt na hun aankomst in Europa. Volgens Missing Children Europe (MCE), een organisatie waarvan ook het Belgische Child Focus deel uitmaakt, vinden de verdwijningen plaats op een ogenblik dat de kinderen reeds aan een begeleider of 'shelter' zijn toegewezen. MCE vermoedt bovendien dat het om een sterk ondergerapporteerd probleem gaat. De organisatie doet onderzoek naar de kwestie en probeert aanbevelingen te formuleren over hoe dit kan voorkomen worden in de toekomst.
Jong Groen vraagt dat dit probleem in kaart gebracht wordt en op alle beleidsniveaus de hoogste prioriteit krijgt. Aanbevelingen van expertisecentra moeten ter harte worden genomen en nauwgezet worden opgevolgd. Politici en media hebben een verantwoordelijkheid om de bevolking bewust te maken van deze diep tragische kwestie.
Standpunt 21: Jong Groen eist dat zowel kinderen, jongeren en meerderjarigen, zonder wettig verblijf, niet opgesloten mogen worden in gesloten centra voor ze gerepatrieerd worden. In plaats daarvan worden zij, op het moment dat de beslissing valt dat zij terug moeten keren naar land van herkomst, opgevangen in halfopen of open centra.
Meer info: Op dit moment is het zo dat wanneer een gezin uitgeprocedeerd is en gedwongen wordt om terug te keren naar land van herkomst, de kinderen en minderjarige jongeren samen met hun ouders of meerderjarige voogden opgesloten worden in de gesloten centra. De rechten van het kind worden hierbij geschonden.
Niet alleen worden zij op die manier slachtoffer van het migratiebeleid, zo wordt ook hun kans ontnomen om naar school te gaan (wat eveneens een basisrecht is), maar ook om deel te nemen aan sociale activiteiten of vrijetijdsbeleving. Kinderen en jongeren zouden tot op het moment dat zij samen met hun gezin gerepatrieerd worden het recht moeten hebben om naar school te gaan, aan vrijetijdsbeleving te doen en bezoek moeten kunnen krijgen van vrienden of familie.
De procedure waarbij mensen opgesloten worden in gesloten centra, vooraleer ze gerepatrieerd worden is een grove schending van de rechten van de mens, ongeacht de leeftijd van de persoon zonder wettige verblijfsvergunning. Wij pleiten voor het afschaffen van deze gesloten centra. Zo moeten gezinnen met kinderen ook niet van elkaar gescheiden worden, met betrekking tot het beschermen van de rechten van het kind.
Alternatieven zijn open of halfopen centra, waar mensen zich vrij mogen verplaatsen (op bepaalde tijdstippen), maar ook recht hebben op bezoek op al dan niet vaste tijdstippen.
Standpunt 22: Jong Groen pleit voor kwalitatieve en menswaardige omstandigheden in zowel gesloten, halfopen als open centra, en dit voor zowel kinderen en jongeren als meerderjarige bewoners.
Meer info: Ondanks onze uitdrukkelijke voorkeur voor open centra, pleiten we er toch voor om, ongeacht het soort centra waarin mensen zonder wettig verblijf worden opgevangen, te zorgen voor menswaardige omstandigheden. Dit geldt dus ook voor de gesloten centra zolang deze nog niet zijn afgeschaft. Dit houdt in dat zij toegang hebben tot psychologische en medische bijstand, vrije doktersconsultaties, een aangepaste zorg, mogelijkheid tot aangepaste en zinvolle tijdsbesteding, een garantie op veiligheid en ondersteuning, maar ook een transparant beleid. Dit zouden allemaal rechten moeten zijn, geen gunsten.
Standpunt 23: Jong Groen pleit ervoor dat niet-begeleide minderjarigen altijd de mogelijkheid krijgen om hier wettig te verblijven en om zo te werken aan een constructieve toekomst.
Meer info: Ze zijn hier dan opgegroeid en gevormd door onze maatschappij. Hun het land uitsturen of hun naar het herkomstland terugsturen is verre van constructief. Vooral omdat er zoveel in hun jeugd en onderwijs geïnvesteerd is en zij misschien geen voeling meer hebben met de taal en/of cultuur van hun land van herkomst.
Jong Groen wil ijveren voor een procedure waarbij de niet-begeleide minderjarige een tijdelijk en/of langdurig wettig verblijf kan bekomen. Wij vinden dat er gezocht moet worden naar andere mogelijkheden in plaats van de jongeren het land uit te sturen. Verschillende procedures zouden moeten geïmplementeerd worden om de individuele slaagkansen in de toekomst te vergroten. Bijvoorbeeld dat zij de Belgische nationaliteit kunnen verkrijgen volgens een aantal voorwaarden (bv. min 3 jaar schoolgaand). Wij pleiten hiervoor zodat deze minderjarigen op een constructieve manier hun eigen toekomst kunnen vormgeven. En vervolgens zelf kunnen beslissen om terug te keren naar het thuisland of door te migreren of hier te blijven en te werken met hun diploma.
Standpunt 24: De procedure bij de dienst vreemdelingenzaken om erkenning te krijgen moet transparant, snel en duidelijk zijn, zodat situaties van onwettig verblijf in principe vermeden wordt. Mensen zonder papieren hebben het recht op een menswaardig bestaan zoals bepaald in het EU-verdrag voor de rechten van de mens.
Standpunt 25: We pleiten voor extra investeringen in het opvangen van klimaatvluchtelingen en investeringen in de adaptatie en heropbouw van getroffen gebieden in kwetsbare landen. Deze investeringen komen bovenop het budget voor ontwikkelingssamenwerking