Armoedebestrijding en Leefomstandigheden

STANDPUNTEN IN DE KIJKER:

 

VISIE

Geld maakt niet gelukkig, maar het is gemakkelijker gelukkig te zijn met geld. Dan hebben we het nog steeds over de laagst mogelijke marges om menswaardig door het leven te gaan. Armoede gaat om meer dan geld alleen, armoede kan ook cultureel of sociaal zijn. Men spreekt vaak van kansarmoede, wij zien dat als een oneerlijke verdeling van kansen. Daarom willen we de initiatieven die die drempels verlagen en kansen scheppen zoveel mogelijk ondersteund zien. De goedheid van de mensen is één ding, structurele steun maakt het mogelijk dat deze ook gedragen wordt en dat deze de impact kan hebben die ze verdient. In België slaagt het beleid er al jarenlang niet in de armoede structureel te verminderen, de kinderarmoede, bijvoorbeeld, wordt sinds 2005 zelfs elk jaar groter. Er is dus duidelijk een ander soort beleid nodig, dat verder gaat dan meer middelen, al zijn die natuurlijk ook noodzakelijk. Jong Groen pleit daarom onder andere voor een basisinkomen, door deze financiële basis kan iedereen op een menswaardige manier participeren aan de samenleving.

Armoede gaat om meer dan geld alleen, armoede kan ook cultureel of sociaal zijn.

Armoede is een heel complex probleem, kent veel verschillende oorzaken en uit zich ook op verschillende vlakken. Jong Groen wil daarom meer aandacht voor mensen die het moeilijk hebben, op het vlak van wonen en onderwijs. Maar ook de zoektocht naar een job, een degelijk pensioen en degelijke betaalbare zorg. De veranderende economie en samenleving brengen ook nieuwe uitdagingen op vlak van duurzaamheid, waarbij het belangrijk is om te zorgen dat dit niemand uitsluit of onverhoeds benadeelt. Hier zijn natuurlijk voldoende middelen voor nodig, daarom is het belangrijk werk te maken van echt rechtvaardige belastingen.

Daarnaast is het voor Jong Groen ook belangrijk dat de samenleving het voor iedereen mogelijk maakt om een sociaal leven te hebben, met voldoende vriendschap, cultuur en sport. Er is ook meer aandacht nodig voor de mentale kwetsuren van mensen in (generatie)armoede. Pas met voldoende persoonlijke kracht bij mensen in armoede, kan de samenleving hen ook echt kansen bieden. Ten slotte wil Jong Groen komaf maken met de visie dat mensen in armoede een individuele schuld treffen. Het gaat net om een gedeelde maatschappelijke verantwoordelijkheid.


ALLE STANDPUNTEN VAN JONG GROEN BINNEN HET THEMA 'ARMOEDEBESTRIJDING EN LEEFOMSTANDIGHEDEN':

  1. Er moet een basisinkomen worden ingevoerd.

    Een basisinkomen is voor Jong Groen dé manier om armoede de wereld uit te bannen. Want hoewel armoede gevolgen heeft op verschillende levensgebieden, wordt het in de eerste plaats gekenmerkt door een gebrek aan inkomen.

    Het basisinkomen vormt een onvoorwaardelijk inkomen voor iedere persoon. Dit inkomen is lager bij de geboorte maar neemt toe tot de leeftijd van 18 jaar. Jong Groen vindt het belangrijk dat dit basisinkomen hoog genoeg is zodat het mensen in staat stelt om op een menswaardige manier te participeren aan de samenleving. Daarom moet het basisinkomen voldoen aan de budgetstandaard. De budgetstandaard geeft weer welk inkomen mensen (naargelang de gezinssituatie) nodig hebben.

    Het basisinkomen vervangt alle vormen van uitkeringen behalve de uitkeringen voor mensen met een beperking of een langdurige ziekte. Door het in te voeren wordt de kern van armoede aangepakt. Bovendien worden de ingewikkelde structuren van onze sociale zekerheid vervangen door één helder systeem.

  2. Basisgezondheidszorg moet gratis zijn, extra kosten bij bv. operaties worden terugbetaald naargelang de inkomensschaal van je gezin.

    Iemand met financiële moeilijkheden schrapt gezondheidszorg meestal als eerste uit zijn budget. Nochtans is dit een belangrijk aspect voor een kwaliteitsvol leven. Jong Groen vindt dat iedereen recht heeft op gepaste gezondheidszorg. Daarom moet basisgezondheidszorg, net als het verkrijgen van medicatie op voorschrift, voor iedereen gratis zijn. Iedereen, daarmee bedoelen we iedere persoon die behoefte heeft aan gezondheidszorg, dus ook mensen zonder papieren.

    Geestelijke gezondheidszorg maakt integraal deel uit van basisgezondheidszorg en moet dus ook gratis aangeboden worden. Het professioneel aanbod moet fors worden uitgebreid om zo de bestaande wachtlijsten weg te werken.



  3. Het huidige OCMW moet worden vervangen door het Gemeenschapshuis.

    Mensen in armoede vinden niet altijd hun weg naar de dienstverlening omdat hulp en informatie te veel verspreid is over de verschillende organisaties. Bovendien zijn de instanties niet altijd voldoende gekend. Daarom wil Jong Groen een hervorming van het OCMW.

    Het huidige OCMW moet worden vervangen door het Gemeenschapshuis. Het Gemeenschapshuis heeft een één-loket functie, dat betekent dat iedereen er terecht kan voor elke soort vraag in verband met sociale dienstverlening. Het is een publiek trefpunt waar ook andere organisaties voor andere doelgroepen (zoals Kind en Gezin, CAW, wijkgezondheidscentra, sociale restaurants, justitiehuizen, computers met internettoegang, sociale activiteiten ...) gevestigd zijn, zodat mensen alle dienstverlening op één plaats vinden aan een sociaal tarief.

  4.  We zetten in op wooncoöperaties als middel in de aanpak van ongelijkheid.

    Er bestaat een structurele ongelijkheid op de huizenmarkt tussen zij die een woning bezitten, en zij die levenslang huren. In combinatie met het erfrecht (wegens de voordelige successierechten op onroerend goed dat men in eigendom heeft) zorgt dit voor een vicieuze cirkel voor vele families in armoede.

    Dit systeem moet doorbroken worden door middel van woningcoöperatieven. Coöperanten huren een woning van de coöperatie en bouwen met deze huur kredieten op. Met dit krediet kunnen zij – na het bereiken van het vereiste bedrag – het vruchtgebruik van de woning verwerven voor de verdere duur van hun leven. De overheid waakt over het democratische karakter van deze coöperaties en vermijdt monopolies.

  5. Mensen mogen niet afgesloten worden van elektriciteit, gas en water.

    In principe kunnen mensen niet worden afgesloten van elektriciteit. Helaas gebeurt dit in de praktijk nog steeds. Dit is voor Jong Groen onaanvaardbaar en we vragen dan ook een onmiddellijke toepassing van de wet.

    Bovendien mag dit niet enkel gelden voor elektriciteit, maar moet dit recht ook uitgebreid worden naar aardgas en leidingwater. Het beschermend statuut, dat recht geeft op een minimale levering van energie, gas en water, moet automatisch worden toegekend.

  6. Een doeltreffende aanpak van schulden.

    Armoede begint vaak daar waar openstaande rekeningen zich opstapelen. Daarom is een snelle en doeltreffende behandeling van een schuldenproblematiek absoluut noodzakelijk.

    Deurwaarders en incassobureaus werken niet gratis. De kosten die ze maken worden doorgerekend aan de persoon met schulden. Deze invorderingskosten werken enkel meer schulden in de hand. Daarom moet er een maximum komen op de invorderingskosten van schuldeisers als iemand openstaande rekeningen heeft. Bovendien moeten mensen onmiddellijk hulp kunnen krijgen bij de gespecialiseerde diensten zoals het OCMW en het CAW. Wachtlijsten zijn uit den boze.

  7. Er moet een vermogenswinstbelasting komen.

    Een vermogenswinstbelasting is een belasting op het fictief rendement dat een vermogen zou genereren op jaarbasis. In de praktijk wordt naargelang de samenstelling van je vermogen een fictief rendement bepaald, en opdat rendement betaal je een zeer lage belastingsvoet.

  8.  Er is nood aan meer ervaringsdeskundigen in de (bijzondere) jeugdzorg.

    Een ervaringsdeskundige heeft door diens levensloop enkele zaken meegekregen die kunnen worden benut om in het veld beter om te gaan met situaties van personen in gelijke situaties. Ervaringsdeskundigen bestaan in alle domeinen binnen het armoedespectrum. Een belangrijk onderdeel is leren hoe je jouw ervaring deelt met anderen en deze sterkte benutten. Belangrijk is dat je jouw ervaring ook kan vergelijken met beleidsbeslissingen, de ervaring die anderen in de situatie hebben en acties vanuit het sociaal werk of andere gerelateerde sectoren. Het meest lastige aspect is dat je bijvoorbeeld ook in staat moet zijn om ervaringen te visualiseren met mensen die er geen kennis van hebben. Je moet dus in staat zijn jouw meest confronterende ervaringen zo levendig mogelijk te beschrijven en constructief het gesprek aangaan. Het is ook daarom dat de opleidingen voor zulke personen uitbreiden enorm belangrijk is.

    Het voorstel is om meer ervaringsdeskundigen aan te nemen in specifieke domeinen waarin het nut daarvan bewezen is. In het bijzonder heeft dit voorstel betrekking tot de bijzondere jeugdzorg. Elke jeugdinstelling zou er baat bij hebben om binnen het begeleidingstraject minstens één ervaringsdeskundige te betrekken. Om dit te kunnen bewerkstelligen moet de opleiding tot ervaringsdeskundige breder worden opengetrokken naar meer onderwijsinstellingen. Zodat in de toekomst meer mensen met ervaring in bepaalde situaties klaar zijn om anderen met hetzelfde verhaal te helpen en ondersteunen.

    Het is duidelijk dat er in de maatschappij vaak te traag geschakeld wordt. Het nut van vertrouwenspersonen met dezelfde achtergrond is wetenschappelijk bewezen.

  9. Jong Groen pleit voor bijkomende, betaalbare, duurzame en centraal gelegen sociale woningen.

    Sociale woningen zijn een goed alternatief dat ter beschikking gesteld wordt voor de sociaal-zwakkeren in onze samenleving. Mensen die problemen ondervinden op de woonmarkt bij het vinden van een betaalbaar huis, kunnen gelukkig hier terecht.

    Om zowel de strijd tegen klimaatverandering als de strijd tegen armoede aan te gaan pleit Jong Groen voor meer, energieneutrale, kwalitatieve, sociale woningen die centraal gelegen zijn in woonkernen. Deze worden gebouwd in stads- en dorpskernen zodat de huurders vlot gebruik kunnen maken van de diensten en voorzieningen die in de kern aanwezig zijn. Ook de toegang tot het openbaar vervoer en deelmobiliteit wordt hierdoor makkelijker.

    Om dit te realiseren zal de Vlaamse overheid niet alleen extra sociale woningen moeten bijbouwen, maar ook de bestaande renoveren. Nieuwe en gerenoveerde sociale woningen kunnen aangesloten worden op lokale energie initiatieven zoals warmtenetten, gemeenschappelijke warmtepompen en zonnepanelen. Een mooi voorbeeld is hoe de stad Wenen in Oostenrijk hieromtrent te werk gaat. Het doel van dit standpunt is om de sociale woningen niet meer in wijken te organiseren, maar deze te centraal te vestigen. Doordat een persoon in een sociale woonwijk woonachtig is, speelt dit psychologisch mee doorheen zijn leven.

    Hij zal zich door zijn woonplaats benadeeld worden, anders bekeken voelen en zich wat afgezonderd voelen van de “anderen” die niet in een sociale woonwijk wonen. Indien sociale woningen tussen particuliere woningen zouden staan, kunnen we hiervan een inclusief verhaal maken. Want mensen dienen zich niet anders of uitgesloten te voelen door het feit dat ze in een sociale woning wonen.

  10. Lokaal actieplan tegen kinderarmoede.

    Een armoedebeleid spitst zich vaak toe op bestrijding van financiële armoede en tewerkstelling van ouders. Belangrijk, want kinderen kan je niet loskoppelen van de context waarin ze opgroeien. Net omwille van die afhankelijke situatie van kinderen, verdienen ze aandacht als aparte doelgroep. Zeker op lokaal niveau kan een actieplan tegen kinderarmoede een hefboom zijn en de rechten van kinderen en jongeren versterken.

    Kinderen en jongeren beleven armoede en de effecten ervan op een eigen manier. Armoede treft hen op verschillende levensdomeinen en schendt verschillende rechten. Een actieplan kinderarmoede kan niet ontstaan zonder dat kinderen en jongeren zelf, experts over hun leven en leefwereld, dit actieplan mee vormgeven. Ook verenigingen die met maatschappelijke kwetsbare kinderen en jongeren werken hebben een belangrijke functie.

    Kinderen en jongeren zijn individueel drager van rechten. Jong Groen wil een automatische toekenning van deze rechten. Vaak bestaan kortingen of toelagen, maar zijn ze te weinig bekend bij wie er recht op heeft. Een belangrijke lokale actor is het OCMW die moet zorgen voor automatische of efficiënte toekenning van rechten en voor laagdrempelige en correcte informatie over hun rechten.

    Jeugdwerk, culturele of sportieve activiteiten moeten toegankelijk zijn voor alle kinderen: fysiek (afstand), mentaal (laagdrempelig) en financieel. De gemeente kan dit 'regulier' aanbod ondersteunen en bevorderen. Ook moet de gemeente het gespecialiseerd jeugdwerk erkennen, ondersteunen en eventueel uitbouwen. Tot slot moet er voor alle kinderen een sport- en spelmogelijkheid in de buurt zijn, met extra aandacht voor goede buitenruimte in de meest kwetsbare buurten.

    Een kinderarmoedebeleid mag ouders niet buitenspel zetten of hen een schuldgevoel bezorgen. Opvoedingsondersteuning in de gemeente moet een netwerk vormen met OCMW, CAW, Kind & Gezin, onderwijs, initiatieven kinderopvang, sociaal-culturele verenigingen. Gezinnen moeten er op vrijwillige en informele basis terecht kunnen bij andere ouders en professionelen met vragen over opvoeding. Ook bij opvoedingsondersteuning zijn kinderen en jongeren actieve partner. Wij pleiten voor een herverdelende kinderbijslag, die aan het gezinsinkomen gebonden is.

  11. De stad neemt de regierol op om samen met het middenveld, de privésector, betrokkenen en de bewoners een efficiënt armoedebeleid uit te werken.

  12. Jong Groen pleit voor een ruimer aanbod aan sociale huisvesting.

    Op dit moment bedraagt het aandeel sociale huisvesting in Vlaanderen nog geen 6%. De plannen van de huidige Vlaamse regering om tegen 2020 7,5% sociale huurwoningen te hebben zijn voor Jong Groen lang niet voldoende. De ambitie moet zijn om tegen die tijd een aandeel van 15% te realiseren. Ook het aanbod via sociale verhuurkantoren moet gevoelig uitgebreid worden. De eerste beleidsdaad van de nieuwe Vlaamse Regering moet dan ook een ambitieus investeringsprogramma voor de sociale huisvesting zijn. De middelen die jaarlijks vrijgemaakt worden om bestaande huizen te renoveren en het aanbod uit te breiden moet voor Jong Groen minstens verdubbelen. In de huidige context is zo’n investeringsprogramma ook een uitstekende manier om onze economie aan te zwengelen en nieuwe banen te realiseren.

    Het realiseren van extra aanbod mag noodzakelijke renovaties niet verdringen. Cruciaal bij zulke renovaties zijn energiebesparende maatregelen.

  13. Het beheersen van een bepaalde taal en het hebben van een job kunnen voor Jong Groen daarbij nooit als criteria worden gebruikt bij de toewijzing van een sociale woning.

  14. Er is nood aan een betere regulering van de private huurmarkt. De overheid moet voor Jong Groen actiever ingrijpen op de private huurmarkt.

    Zo moeten er strikte en afdwingbare kwaliteitscriteria opgelegd worden aan verhuurders. Daarnaast moeten er ook maximumprijzen worden ingevoerd. Vanzelfsprekend moet men daarbij rekening houden met de kwaliteit en de ligging van de betrokken huurwoning. In combinatie met een systeem van huursubsidies zorgt een maximumfactuur ervoor dat huren op de private markt weer betaalbaar wordt. Mensen met een laag inkomen die recht hebben op een sociale huurwoning moeten de ganse wachttijd van een huursubsidie kunnen genieten.

  15. De overheid moet incentieven bieden en criteria opleggen voor het inrichten van starterswoningen: eerste woningen voor jongeren tot 30 jaar.

    Via zo’n starterswoningen wordt het voor hen weer mogelijk om betaalbaar te huren in afwachting van een eigen huis. Als proefproject moet er de komende legislatuur starterswoningen worden gerealiseerd in enkele centrumsteden, waar wonen op dit moment peperduur is.

  16. Jong Groen pleit ervoor om cohousing te stimuleren, dit door bijvoorbeeld het wettelijk statuut ervan aan te passen.

    In Vlaanderen is bouwgrond duur en slorpen alleenstaande woningen veel ruimte op. Vanuit een pleidooi voor meer open ruimte en betaalbaar wonen is groepswonen of “cohousing” een interessant alternatief. Zeker voor jongeren is dit vaak een eerste stap op de woningmarkt. Het kan voor vele jongeren een oplossing bieden voor de dure woningmarkt als ze samen een huis kunnen kopen of huren.

    Elke stad of gemeente moet daarom een sturende en (financieel) ondersteunende rol spelen bij initiatieven voor cohousing. De stad biedt informatie aan over alle aspecten van het delen van een woning.

    Het wettelijk statuut voor cohousing moet flexibeler. Met verschillende personen op hetzelfde adres gedomicilieerd zijn, mag geen gevolgen hebben op het vlak van uitkeringen. Nieuwe projecten mogen niet afgeremd worden door de lage bereidwilligheid van banken om leningen te verstrekken.

    Een erkenning van cohousing-projecten door de gemeente, bv. door het introduceren van een label zet deze meer in de kijker.




  17. Jong Groen pleit voor maatregelen om de leegstand en verkrotting van woningen tegen te gaan.

    Wanneer bouwgronden schaars en dus duur worden, is het van een groot belang om zuinig om te gaan met ruimte. Woningen, winkelruimtes en kantoorgebouwen laten leegstaan is dan ook pure verspilling.

    Het is belangrijk dat gemeenten nu investeren in die lege ruimte in de steden en gemeenten, zo niet zadelen we de toekomstige generaties op met historische vervuiling en raakt langzamerhand het hele land volgebouwd. Leegstaande panden, kantoorruimtes, ruimtes boven winkels… kunnen het nijpend tekort aan betaalbare woon- of werkruimte in de stad opvangen. Steden en gemeenten moeten structurele leegstand in steden grondig aanpakken. Dit kan gebeuren door een substantiële leegstandtaks te heffen en te innen.

    Niet enkel leegstaande panden vormen een probleem. Grote delen van de voormalige arbeiderswijken verkeren vaak in slechte toestand. Daarom pleit Jong Groen voor een krotspotteam dat actief op zoek gaat naar de verouderde woningen en hiervoor gericht maatregelen ontwikkelt.

  18. Wonen in de stad mag niet langer fiscaal worden ontmoedigd.

    Om dit te verwezenlijken moet er een fiscale hervorming komen en een hervorming van de financiering van de verschillende bestuursniveaus.

  19. De beeldvorming rond wonen in de stad moet verbeterd worden.

    Steden moeten positief in de kijker gezet worden door middel van doordachte marketingcampagnes zodat ze aantrekkelijker worden om in te wonen.

  20. Jong Groen pleit voor een kwalitatieve verdichting van de stad.

    Een van de middelen is het optrekken van de gemiddelde woonhoogte. Door het optrekken van het aantal verdiepingen, kan er ruimte gecreëerd worden voor andere functies waaronder meer open ruimte. Dit kadert binnen een strategie die zuurstof geeft aan de stad.

    Jong Groen pleit tevens voor een verstandig beleid rond het inplanten van woontorens. Bestaande woontorens krijgen een grondige evaluatie. Wanneer de kwaliteit van de woonomgeving ondermaats is en renovatie of stadsvernieuwing geen antwoord zijn, is afbraak nodig. Een beleid van verdichting onderzoekt in eerste instantie slimme woonvormen waarin woonkwaliteit voorop staan.

    Hoogbouw geniet niet de voorkeur, maar is een mogelijke aanvulling op het aanbod. De inplanting houdt rekening met impact op de omgeving qua bezonning, windoverlast, aansluiting op openbaar vervoer en draagvlak. Het ontwerp van de toren streeft een mix van functie en bewoners na. Jong Groen is echter tegen wijken die alleen uit woontorens bestaan.

  21. Sociale verhuurkantoren krijgen meer middelen om de lasten en de zorgen op zich te nemen die bij het verhuren van een woning komen kijken en om het aantal privéwoningen dat verhuurd wordt via sociale huurcontracten gevoelig op te drijven.

  22. Huurders moeten beter geïnformeerd worden over hun rechten en plichten. De regionale huurdersbonden die de huurders op de publieke en private huismarkt ondersteunen moeten versterkt worden.

  23. De woonbonus op een tweede woning moet dringend geschrapt worden.

    De middelen die zo worden vrijgemaakt moeten integraal geïnvesteerd worden in een betaalbaar en kwalitatief hoogstaand woonbeleid, zoals bijvoorbeeld een systeem van huursubsidies of een premiestelsel voor het kopen van een woning.

  24. Jong Groen pleit voor de oprichting van een Community Land Trust.

    Een ‘Community Land Trust’ is een fonds/trust dat zichzelf als doel stelt grond en eigendommen te verwerven op zo’n manier dat ze altijd beschikbaar én betaalbaar blijven, vooral voor lagere inkomens. Dit kan door bij verkoop van woningen een percentage van de meeropbrengst terug te laten vloeien naar de CLT, die dit opnieuw investeert in het betaalbaar houden van woningen voor nieuwe kopers.

    Er wordt gewerkt met ‘Community Land Trusts’(CLT) voor sociale koopwoningen: de grond en een deel van de gecreëerde meerwaarde blijft eigendom van de CLT. Zo krijgen mensen de kans om een eigen woning te verwerven zonder dat de overheid opnieuw moet zoeken naar middelen.

  25. In de centra van de centrumsteden worden bewoners van grote ruimte met grote tuinen aangemoedigd om die tuin open te stellen/af te staan voor een publieke bestemming. Ze sluiten daarvoor een overeenkomst met het lokaal bestuur.

  26. Bij het inplanten van nieuwe huisvestingsprojecten en/of het verder uitbouwen van woongebieden moet de sociale mix worden nagestreefd.

  27. De woonfiscaliteit moet aangepast worden.

    Een woning verkopen en een nieuwe woning kopen om bijvoorbeeld dichter bij je werk te gaan wonen is nu erg duur en omslachtig. Jong Groen pleit er voor dat de registratierechten tot een minimum worden beperkt en progressief worden berekend. Die worden bovendien deels vervangen door een belasting op de meerwaarde die gerealiseerd wordt bij verkoop.

  28. Jong Groen pleit voor collectieve stadsverwarming, waarbij warmte uit industriële processen of afkomstig van grote koelsystemen, gebruikt wordt voor woningverwarming. Tevens wordt er een belasting ingevoerd op het verlies van energie bij industriële processen en grote koelsystemen.

    Jong Groen pleit voor de mogelijkheid tot collectieve verwarming door middel van wijk-WKK’s, oftewel warmtekrachtkoppeling, warmte die onttrokken wordt van wegen en andere systemen. Bij warmtekrachtkoppeling wordt tegelijkertijd warmte en elektriciteit geproduceerd met behulp van een motor op één brandstof.

  29. Zowel bij renovatie als nieuwbouwprojecten dienen de afvalstromen beter gecontroleerd te worden.

    Bij renovatie dient ingezet te worden op de mogelijkheden van hergebruik en recyclage, in nieuwbouwprojecten dient bij de materiaalkeuze rekening gehouden te worden met de duurzaamheid en de verwerking of recyclage van die materialen achteraf.

  30. Pak dakloosheid op twee snelheden aan!

    De strijd tegen dakloosheid moet volgens ons op twee snelheden gebeuren: de eerste is een korte termijn-aanpak met tijdelijke oplossingen zoals hulpdiensten en opvangtehuizen. We pleiten voor een uitbreiding van deze opvangmogelijkheden, georganiseerd met verschillende organisaties die hulp aanbieden om monopolie en focus op winstmaximalisatie te vermijden. De lange termijn-aanpak is echter nog amper uitgebouwd en leidt momenteel vaak tot herval in dakloosheid. De huidige opvangorganisaties streven eerder cijfers na dan mensen te helpen. De psychologische impact van dakloosheid wordt totaal onderschat: vele daklozen hebben nood een langdurige psychische begeleiding om zich terug in de maatschappij te engageren waar ze lang hebben buiten gestaan en zich ondertussen vaak tegen verzetten. Sociale huisvesting hoort uitgebreid te worden, en beter gespreid in ruimte (zie standpunten sociale huisvesting).

 

 

 

Overzicht van alle standpunten van Jong Groen per thema:

armoedebestrijding en leefomstandighedendeMOcratie en staatsstructuureuropa en internationale politiekgender en diversiteitENergieLokaalMIgratiemilieu en klimaatonderwijs, jeugd en vrijetijdsbestedingvoedselsystemenwelzijn en samenlevenwerk en economiemobiliteitinterne richtlijnen

 

Check hier de standpuntenbundel met alle standpunten van Jong Groen.
(pdf,laatste update open forum oktober 2021)


Word 'standpuntenliefhebber' bij Jong Groen

Als standpuntenliefhebber werk je mee aan het opstellen van nieuwe standpunten die ter goedkeuring worden voorgesteld aan leden. Je denkt mee na over wat we doen met de huidige standpunten of over hoe we leden meer kunnen betrekken bij het stemmen van onze standpunten via e-democracy. Je bent ook zeker welkom als je mee wil werken aan de voorbereiding van ons congres of gewoon heel wat wil opsteken over Jong Groen standpunten.

Check hier de vrijwilligersvacature en ... doe mee!

 

Contact

Kilian Vandenhirtz

bestuurslid Basisdemocratie & Standpuntenbepaling
[email protected]

 


Paola Travella

covoorzitster Jong Groen (perscontact)
[email protected]

#detoekomstisvanons